Doorgaan naar artikel
Interview: Margot Schaap (Een dag in ’t jaar)
Stella van Meersbergen
Stella van Meersbergen
Profiel

De nieuwe film van Nederlandse regisseuse Margot Schaap, Een dag in ’t jaar, is deze week in première gegaan en zal aan het eind van de maand te zien zijn tijdens het Nederlands Film Festival. Anders dan we vaak gewend zijn is Margot Schaap aan de slag gegaan zonder script. Ook de manier waarop de tijd verstrijkt in de film is bijzonder. Een jaar lang volgen we dezelfde personages. Voor de kijker gaat een jaar voorbij, maar voor de personages is het nog steeds dezelfde dag. Ik sprak met Margot over haar bijzondere project.

H eerste wat me opviel was de voice-over. Was dit een bewuste keuze of heb je dit later toegevoegd?

Hier heb ik bewust voor gekozen. Ik wilde een manier van kijken activeren waarbij de kijker genoeg achtergrondinformatie krijgt van de karakters en zo beter gaat kijken naar de film. Op deze manier wilde ik de kijker nieuwsgierig maken en aansporen goed op te letten. De voice-over is gedurende de film verder gaat steeds minder aanwezig. De voice-over heeft niet zozeer als doel om het verhaal beter te snappen, maar het stipt kleine situaties aan die iets groter worden. We hebben de voice-over van te voren vorm gegeven door interviews te houden met de acteurs over hun personage en hun eigen leven. Aan de hand hiervan hebben we biografieën geschreven van de personages, die worden toegelicht in de voice-over.

Hoe kwam je op het idee om een film op deze manier te maken in plaats van het vasthouden aan een script?

Filmmaken is heel duur en tijdrovend. Voordat je een film gaat maken moet je al heel veel vastleggen om geld van fondsen te krijgen en om een producent te vinden. Het creatieve proces van de filmmaker wordt hierdoor best wel stroef. Ik vroeg me af of ik een andere manier van filmmaken kon onderzoeken die ik al makende kon creëeren. We hebben een aantal vaste ingrediënten gebruikt. de acteurs, crew, en het logistieke plan lagen al vast. We spraken af om een jaar lang elke maand twee uur te filmen, en elke maand zou dit twee uur later op de dag zijn. Gedurende dat jaar zouden we ons ook bezighouden met het ontwikkelen van het verhaal en de film. We kwamen steeds de tweede zaterdag van de maand samen om voor te bereiden en dan filmden we de vierde zaterdag van de maand. Hiernaast sprak ik de acteurs afzonderlijk en gaf ik ze een doel en een opdracht. Elke draaidag moesten ze hiermee aan de slag om zo hun personage neer te zetten.

Waren er dingen in het verhaal die wel al vast stonden?

Het thema wat ik neer wilde zetten was rouw. Dit stond wel al vast. Het herkenbaarste en lastigste aan rouw is dat als je iemand verliest je het gevoel hebt dat je de tijd wil stoppen zodat de herinnering aan de persoon niet verdwijnt. Het is essentieel voor de film dat de personages de tijd als één dag ervaren en willen dat het stilstaat en de rest van de wereld gaat verder zoals een heel jaar. De personages zijn allemaal een abstractie van de werkelijkheid. Aan de hand van de gesprekken en interviews met de acteurs hebben we een soort collage gemaakt en dat zijn de personages geworden. Eén ding wat steeds duidelijker naar voren kwam tijdens de gesprekken met de acteurs is de thematiek van een generatie waarin alle keuzes voor je open liggen. Door al die keuzes alleen maar open te houden heb je het gevoel dat je niet echt hoeft te kiezen voor je werk of relatie. Dit is kenmerkend voor hedendaagse twintigers in een grote stad als Amsterdam. Het werd naast een portret over rouwen ook steeds meer een portret over deze generatie.
Ik wil films maken die niet plotgericht zijn. Het gaat mij veel meer om de sfeer en generatie te schetsen van twintigers in een grote stad. Ik zoek in mijn films naar een portret van het alledaagse leven waarbij details belangrijker zijn dan de actie en het grote verhaal.

Hoe was het om met improviserende acteurs te werken en niet echt een vast script te volgen?

Je bent veel onzekerder als je niet werkt met een uitgeschreven script. Er is veel meer duidelijkheid als je wel werkt met een script. Tijdens het filmen hebben we ook wel hele lastige momenten gehad. Dit was vooral als we filmden op straat. Er waren veel mensen die in de camera keken. We konden de situatie niet controleren. Een voordeel hiervan is dat er wel veel levendigheid in de film zit. We begonnen van te voren wel te denken wat een interessante scene zou kunnen zijn, maar je gaat met een open blik de draaidag in. Hierdoor kom je natuurlijk wel voor verassingen te staan.

Hoe voelt het om je film in première te zien gaan tijdens grote filmfestivals als het IFFR en NFF?

Het was heel erg leuk en tof dat de film in première ging bij het International Film Festival Rotterdam. Er waren veel mensen die de film bekeken, van over de hele wereld. Je hebt tijdens dat soort festivals een bepaald soort publiek die iets meer hun best doen bij het kijken van een film. Op zo’n festival zijn veel mensen die houden van arthouse en experimentele films en Een dag in ’t jaar dan ook erg waarderen. Het Nederlands Film Festival heeft al een aantal keer eerder films van mij gedraaid. Ik vind het heel erg leuk dat mijn film dit jaar weer is uitgekozen voor de komende editie.

Wat zijn je plannen voor de toekomst? Ligt er al een nieuwe film op ons te wachten?

Ik ben al aan het schrijven aan een nieuwe film en ik hoop natuurlijk dat ik de kans krijg om deze te maken. Ook ben ik met de crew van Een dag in ’t jaar aan het praten over het verloop van dit project. Het idee is om met hetzelfde team elke vijf jaar zo’n project te doen. We willen graag dezelfde personages volgen. Door het vangen van de tijd krijg je iets realistisch en authentieks. Het lijkt ons super tof om de personages te zien groeien en veranderen, wie weet tot ze bejaard zijn. Ik ben zeker van plan weer met improvisatie te werken.