review
Recensie: Grid Autosport

Met Grid Autosport brengt ontwikkelaar Codemasters (ook verantwoordelijk voor de F1- en Dirt-serie) de opvolger van Grid 2, en legt het de nadruk meer op realistische race-simulatie dan op een goedlopend verhaal. Autosport verscheen afgelopen juni, en is enkel speelbaar op de PC, Playstation 3 en Xbox 360. Een opvallende keuze van met de nieuwe markt die de next-gen consoles bieden. Een gevestigde naam als Grid had met name op grafisch vlak goed kunnen scoren op de Playstation 4 en Xbox One.

De Grid-racegames staan bij autosport-liefhebbers wereldwijd  bekend als een goede mix van arcade en realistische simulatie. In verschillende typen sportklassen raas je de ene keer in een Formule 1-wagen over het circuit van Abu Dhabi, om een andere keer juist weer in een getunede musclecar door de binnenstad van Chicago te driften. Ook in Autosport staat deze formule centraal. Een leidend verhaal zoals in de voorgaande edities ontbreekt ditmaal. “Een racegame die zo echt mogelijk is,” leek ontwikkelaar Codemasters te denken.

Wat gameplay betreft is dat ook zeker gelukt. De parcours zijn talrijk (22 verschillende tracks met alternatieve routes), en het racen zelf biedt een goede uitdaging voor zowel nieuwe als oudgediende spelers. De computergestuurde tegenstanders zijn slimmer geworden, en hebben menselijkere trekjes dan voorheen. Zo maken ze bijvoorbeeld vaker fouten die je bij jezelf ook herkent (van de baan vliegen, verkeerd aangesneden bochten), en zijn ze niet te beroerd om je flink te dwarsbomen waar nodig. Dat maakt dat het lekkerder wat competitief weg speelt, maar kan er ook voor zorgen dat je je controller in woede de hoek insmijt wanneer je in de allerlaatste bocht geschept wordt door een crashende coureur voor je. Gelukkig kun je de pijn verzachten door middel van “rewinds”, waardoor je verkeerd gedane manoeuvres (het zij door je eigen lompe kop of overmacht) kunt terugdraaien.

Het einddoel van Grid Autosport is om mee te dingen naar de beker van de Grid Championships, het toernooi aller toernooien. Kwalificatie hiervoor moet je bereiken door ervaring op te doen in de vijf verschillende sportklassen die de game biedt.

Namelijk:

• Endurance (Lange afstandsraces)
• Touring (“Dirt” races in grotere wagens)
• Open Wheel (Formule 1)
• Street (Straatraces in alledaagsere wagens)
• Tuned (Tijdraces en driften in getunede auto’s)

Per klasse krijg je een aanbieding van een raceteam, waarvoor je één toernooi rijdt. De mindere raceteams zullen mindere resultaten van je vragen, maar bieden ook minder ervaringspunten (xp points). Met die xp points bouw je ervaring op, waarmee je uiteindelijk kan voldoen aan de entreevoorwaarden voor het grote eindtoernooi. In alle vijf de klassen moet je hetzelfde minimumaantal ervaringspunten halen om mee te mogen doen. Het zorgt ervoor dat je genoodzaakt bent alle disciplines te spelen, of je dat nou leuk vindt of niet. Je keuzevrijheid is dus niet beperkt, maar wil je het spel uitspelen en de mooiste wedstrijden rijden dan zal je alle autoklassen moeten spelen. Ook bouw je door de kortstondige contracten met verschillende teams amper tot geen band op met ze op. Het is altijd een andere teamleider die onder de race met je communiceert, en altijd een andere ploeggenoot die je aanstuurt om tactische zetten voor je te doen.

Het maakt dat de game een wat zielloze indruk maakt. Het gebrek aan wapenfeiten zoals aanpasbare auto’s en een garage vol gewonnen old timers zijn daar een goed voorbeeld van. Persoonlijk mis ik simpelweg wat extra aankleding in Grid Autosport. Een extra stukje motivatie in de vorm van een prachtige Mustang bijvoorbeeld, om die klasse waar ik eigenlijk weinig mee heb toch helemaal uit te spelen. Door het ontbreken van een verhaal én tastbare trofeeën hangen de verschillende klassen die je volbrengt als los zand aan elkaar.

Mocht je je eenzaam voelen, dan is er altijd nog de online multiplayer modus. Racen tegen andere spelers is een frisse afwisseling, maar kan regelmatig worden onderbroken door agressievelingen die online gaan om een heuse “Destruction Derby” aan te gaan op de circuits. Met een groep vrienden, desnoods aangevuld met computergestuurde coureurs waar je een flinke kluif aan zal hebben, komt dit het beste tot zijn recht.