Doorgaan naar artikel
The Kings of Summer
Rick Hoving
Rick Hoving
Profiel

Conclusie

Vogt-Roberts debuutfilm valt in de smaak ondanks zijn missers. Zeker het hele 'hip en happening'-sausje doet af aan het charismatische acteerwerk en de leuke opzet. Er zitten nogal wat kinderfoutjes in deze eerste film, maar wie daar doorheen kan kijken ziet een tijdloos (en misschien wat clichematig) verhaal over opgroeien en het belang van vriendschap.

Debuutromans van jonge schrijvers hebben vaak hetzelfde gemeen: het zijn bildungsromans, coming-of-ageverhalen, met personages en gebeurtenissen die nagenoeg rechtstreeks uit het leven van de schrijver komen. Regisseur Jordan Vogt-Roberts lijkt hetzelfde te doen met zijn debuutfilm The Kings of Summer.

Joe Toy (Nick Robinson) staat op het punt een man te worden en komt steeds vaker in conflict met zijn vader Frank (Nick Offerman, Ron Swanson). Samen met zijn beste vriend Patrick (Gabriel Basso) en eenling Biaggio (Moises Arias) ontdekt hij een open plek in een bos. De drie jongens besluiten een hut te bouwen en vrij te zijn van alle vervelende regels die volwassenen hun opleggen. Ze zijn er compleet gelukkig. Het enige wat de rust in deze paradijselijke tuinen kan verstoren is, net zoals in de Bijbel, de vrouw. Want zonder de vrouw liepen we nu nog steeds in Eden rond. Zij komt in de vorm van duivelin Kelly (Erin Moriarty): een jonge blonde schoonheid die twee van de drie jongens tegen elkaar in het harnas werkt.

Op het acteerwerk van de jonge cast valt niks aan te merken. Robinson speelt Joe overtuigend als jongen die naar vrijheid snakt, maar in werkelijkheid de grenzen van het toelaatbare opzoekt. Basso maakt Patrick vervelend en onaantrekkelijk, een nietszeggende meeloper en compleet non-personage dat als enig motief ‘de beste vriend van’ heeft. Het is de humoristische wisselwerking tussen Robinson en Arias die het overgrote deel van de film draagt. Helaas is Arias een karikatuur dat naarmate de film vordert steeds meer begint te vervelen. Dat betekent niet dat het duo vaak heel grappig is. Helaas is de rest van de cast een stuk minder in beeld en is er ondanks de grote (en gevierde) komediecast een gebrek aan grappen. Offerman komt goed uit de verf als Joe’s vader, maar Alison Brie voegt als Joe’s zus (naast het plaatje) niks aan de film toe.

Ondanks de grappenschaarste zijn ze wel vaak raak, maar ook dit kan de film verheffen van het oppervlakkige plot. De hele rebellie tegen volwassenheid en de bijbehorende overgangsrituelen naar diezelfde volwassenheid en dat een ‘simpel leven’ gewoonweg niet bestaat kennen we inmiddels wel. Het enige wat Vogt-Roberst doet om zijn film onderscheidend te maken, is door er een laagje hedendaagse hipster-cultuur overheen te gooien.

Het is grappig hoe erg Vogt-Roberts soms aan dit cultuurtje probeert te laven. De zonovergoten shots zitten vol lensflares en toucheren Instagram. Het past hetzelfde trucje toe (oud, bruinig, zonnig) dat ervoor zorgt dat de kiekjes altijd een soort ultiem geluk uitstralen. Ook de ironische franse snorretjes komen terug. De kers op de taart van deze hipsterviering komt met de muziek van Youth Lagoon en MGMT. The Kings of Summer veinst diepte te hebben, maar is het in werkelijkheid daarvan ontzien.