Doorgaan naar artikel
Recensie: The Amazing Spider-Man 2
Aloys van Outersterp
Aloys van Outersterp
Voormalig hoofdredacteur
Profiel

Conclusie

Webbs regie en de uitmuntende special effects maken dit de best uitziende Spider-Man-film tot nu toe en het driehoekje Garfield, Stone en DeHaan is leuk om naar te kijken. Helaas is het scenario erg rommelig, waardoor de ervaring flink wordt verpest.

Na de teleurstellende reboot uit 2012 is Marc Webb terug voor het tweede deel van zijn Spider-Man-trilogie. Waar het eerste deel nog grotendeels voelde als een remake, weet Webb in dit tweede deel deze reboot te rechtvaardigen. De film neemt afstand van de Sam Raimi’s Spider-Man-trilogie en Sony zet op deze manier een stap richting het opzetten van een eigen Marvel-universum. De vraag is echter of Sony niet is vergeten om van The Amazing Spider-Man 2 een goede film te maken.

De nadruk van de film ligt op de relatie tussen Peter Parker (Andrew Garfield) en Gwen Stacy (Emma Stone). Peter is bang dat zijn bestaan als Spider-Man zijn vriendin in gevaar brengt en dit zorgt voor de nodige spanning. Spider-Man krijgt namelijk geen moment rust en moet in deze film met maar liefst drie vijanden afrekenen. Na een korte cameo van The Rhino (Paul Giamatti), lijkt de film Electro (Jamie Foxx) naar voren te schuiven als grote slechterik. Deze verandert echter in een veredelde schildknaap op het moment dat Harry Osborn (Dane DeHaan) zich tegen Spider-Man keert. Harry is erfgenaam van het bedrijf Oscorp, de voornaamste vijand van Spider-Man. Na de dood van zijn vader Norman Osborn (Chris Cooper) komt Harry er achter zelf ook ongeneselijk ziek te zijn en raakt hij ervan overtuigd dat alleen het bloed van Spider-Man hem nog kan redden.

The Amazing Spider-Man 2 is een visueel spektakel. Shots van Spider-Man die door de stad zweeft of Electro die zijn krachten gebruikt zijn een lust voor het oog. Regisseur Marc Webb kiest op sommige momenten voor slow motion om de actie goed in beeld te brengen; dit gebeurt echter spaarzaam en stoort niet. Een ander pluspunt van de film is de chemie tussen Andrew Garfield en Emma Stone, het stel is duidelijk in hun rollen gegroeid sinds het vorige deel. De liefdesscènes halen niet het niveau dat Webb met zijn (500) Days of Summer liet zien, met name door het rommelige script. De show wordt hierdoor gestolen door nieuwkomer Dane DeHaan, wiens Harry Osborn de enige tegenstander is met een motivatie die verder reikt dan “ik haat Spider-Man”. DeHaan speelt ditmaal niet zijn typische losgeslagen-puber-rol, maar zet de eigenaar van Oscorp neer als een slim iemand die er simpelweg alles aan wil doen om zichzelf te redden.

Hoewel de toon donkerder is dan het vorige deel, kon ik niet aan het gevoel ontsnappen dat de gehele film niet meer is dan luchtig vermaak. Sommige momenten had ik zelf het idee dat ik naar een slechte B-film zat te kijken, met name door de slecht uitgewerkte schurken. Max Dillon is voor zijn transformatie naar Electro een groot bewonderaar van Spider-Man. Een soortgelijk trucje zagen we al eerder in zowel Batman Forever als Iron Man 3. Net als in deze films is Electro’s motivatie onduidelijk, waardoor hij niks anders is dan een cool uitziend hulpje voor Harry Osborn. Het echte lachertje van de film is echter Paul Giamatti, die een rampzalig Russisch accent laat horen. Hoewel zijn aanwezigheid slechts een paar minuten duurt, zijn dit een paar minuten teveel. Om het af te maken bevat de film ook nog een stereotype boosaardige dokter, inclusief Duits accent.