Doorgaan naar artikel
Recensie: A Million Ways to Die in the West
Pim van den Berg
Pim van den Berg
Profiel

Conclusie

Voorvechter van goede smaak Seth MacFarlane (Family Guy, Ted) regisseert en speelt de hoofdrol in zijn eigen film. A Million Ways to Die in the West is net zo western als Disnleyland, maar met een minimumleeftijd en MacFarlane als grofgebekte Donald Duck. De grappen worden in hoog tempo afgevuurd en bevatten bijna genoeg treffers om te doen vergeten dat het verhaal net zo afgezaagd is als de manier waarop de film geschoten is.

Sommige mensen zijn in de verkeerde tijd, op de verkeerde plaats geboren. Schapenhouder Albert (Seth MacFarlane) voelt zich niet thuis in het Wilde Westen, waar mensen bij bosjes vallen. Ziekte, moord, indianen, wilde beesten en zelfs de dokter garanderen iedereen een wisse dood. Net als Martin Lawrence in Black Knight gedraagt Albert zich als een eigentijds figuur die zich toevallig in een ander tijdperk bevindt. Als enige neemt hij de slechte leefomstandigheden van de cowboy niet voor lief, wat van hem een mopperkont heeft gemaakt.

Wanneer Albert gedumpt wordt door zijn meiske Louise (Amanda Seyfried) raakt hij in een diep dal, tot de andere beeldschone blondine Anna (Charlize Theron) in zijn dorre gehucht komt wonen. Ondanks het hoge sterftecijfer springt de vonk al snel over tussen Anna en Albert. Wat Albert niet weet (jazeker) is dat Anna de gedwongen echtgenote is van de bliksemsnelle revolverschurk Clinch (Liam Neeson), die niet graag zijn vrouwtje deelt met één of andere lapzwans. Wat zich ontvouwt is een typische mannenfantasie: de kluns Albert struikelt over de perfecte vrouw en verdient haar omdat hij zo’n vriendelijke jongen is. Het verloop laat zich verder makkelijk voorspellen.

De film kan vol grappen zitten, maar dat verbloemt het afgezaagde verhaal en de vrouwonvriendelijkheid niet. De vrouwen in de film bestaan alleen in verhouding tot Albert en hebben zelf weinig te bieden. Seyfried heeft de eer om het plot aan te zwengelen door Albert te dumpen. Daarna gaat ze met de slinkse Foy (Neil Patrick Harris) en moet ze niets van Albert weten – tot hij natuurlijk zijn mannelijkheid heeft bewezen en zij gretig voor hem in de rij staat. Dan is het al te laat, want Albert heeft zijn hart verpand aan Anna, de Ideale Vrouw, die Haar Hele Leven Heeft Gewacht Op Een Man Als Hij. Clinch kan naar de dames fluiten, want hij is een ondankbare bruut. Sarah Silverman speelt vrouwelijk personage #3: een overijverige hoer. Jongens let op, want dit is hoe je een vriendin krijgt.

Grappen zijn er wel genoeg. A Million Ways to Die in the West houdt het tempo hoog, met een hoop slapstick en vrijwel geen van die vormloze improvisatiesketches die Amerikaanse komedies te vaak bevatten. Een hoop van de humor komt uit tijdloze situaties, zoals dat geld vroegâh veel meer waard was en dat kinderen hun creativiteit en concentratievermogen verliezen doordat ze de godganse dag met een stok een hoepel voortrollen, in plaats van door TV en games. MacFarlane legt in het eerste deel van de film de macabere werkelijkheid van het Wilde Westen uit in een monoloog, die door zijn eigen beperkte acteerwerk niet zo grappig is als hij zelf zou willen. Het meest noemenswaardige acteerwerk is van Neeson, die niet eens grappig is. Naast de botte slapstick wordt de overige humor gehaald uit soms hilarische cameo’s van allerlei bekende acteurs en filmpersonages (blijf zitten tot het eind).

De eigentijdse, botte humor wijkt niet veel af van wat we kennen van MacFarlanes andere werk en heeft weinig te maken met het westerngenre. Dat is meer dan prima, maar het maakt van de western-setting niet meer dan een willekeurige aankleding. De aankleding en de grappige en theatrale soundtrack (in gepaste MacFarlane-stijl) zijn aandoenlijk, maar zo authentiek als Frontierland. Met mooie, warm gekleurde beelden van het adembenemende Amerikaanse landschap maak je nog geen inspirerende western. Er valt in ieder geval genoeg te lachen.