review
City of Brass

Conclusie
Het idee van City of Brass is interessant. Ook zijn er zeker leuke mogelijkheden met de zweep. Helaas verpest de houterige gameplay dit en ook de graphics zijn matig.City of Brass is uit en dat betekent dat het tijd is voor een review. In deze combinatie tussen een first person-rpg en een dungeon crawler moeten spelers zo snel mogelijk de ingang van het volgende level vinden terwijl ze vallen ontwijken, vijanden verslaan en zoveel mogelijk goud oppakken. Vervult City of Brass iedereens wens voor een leuke game of brengt het een teleurstellende vloek op allen die over de lamp wrijven?
In City of Brass betreedt de speler een magische en verborgen stad waar volgens legenden immense schatten verborgen liggen. Deze legenden hebben het niet mis, maar wat ze niet vertellen is dat er een vloek rust op de stad. De inwoners misbruikten de kracht van vele Genies, machtige geesten die wensen vervullen. Als gevolg daarvan zijn ze allemaal onsterfelijk geworden, maar zijn ze ook hun verstand kwijt geraakt en denken ze enkel nog aan het beschermen van hun stad van alle buitenstaanders. De speler raakt hierin verzeild en kan enkel de vloek opheffen door naar het hart van de stad te reizen.
Dit doet hij door te navigeren door willekeurig gegenereerde levels, zoals dat gaat in dungeon crawlers, en de vele vijanden te slim af te zijn. Ook ligt er her en der goud verspreid over de verschillende levels die de speler bij verscheidene geesten kan uitgeven voor wapens, pantser en andere voordelen. Alles is willekeurig, maar een vast voorwerp zal wel dezelfde prijs hebben bij een genie.

Waar City of Brass afwijkt van andere dungeon crawlers zoals The Binding of Isaac is het perspectief. Dungeon crawlers hebben traditioneel een top down-perspectief hebben die elke kamer, hoewel het willekeurig ingedeeld is, toch overzichtelijk maakt. In deze game, daarentegen, kijkt men door de ogen van het personage en kunnen overal vijanden verstopt zitten. Hierdoor heft het spel een veel engere ondertoon. Er kan meestal wel een vijand gehoord worden op de achtergrond, maar die is niet altijd even makkelijk te vinden. Tot hij plots ergens achter vandaan komt en meteen naar de speler uithaalt. Ook moeten spelers altijd goed opletten dat zij niet per ongeluk op een val stappen. Ook kunnen ze vallen gebruiken om de zombie-achtige vijanden mee uit te schakelen.
Hoewel er verschillende wapens gevonden kunnen worden tijdens het spel, zal de speler er te allen tijde twee vast hebben. De een zit in zijn linkerhand, dat is aan het begin een zweep waarmee hij vijanden tijdelijk kan verlammen, naar zich toe kan trekken of juist wegduwen. In zijn andere hand heeft hij meestal een zwaard waarmee hij schade toe kan richten. Door deze slim en afwisselend te gebruiken, kunnen vijanden gauw uitgeschakeld worden en bovendien is het mogelijk met de zweep bepaalde vallen af te laten gaan, waarna er even veilig overheen gelopen kan worden.

Ook zal er af en toe geschrokken worden als een skelet ineens uit het niets lijkt te verschijnen. Spelers moeten constant goed om zich heen kijken, een element dat een leuke toevoeging is aan het dungeon crawl-genre. City of Brass heeft wat geleend van horror-games zoals Amnesia, maar dan met aanzienlijk meer actie en afwisseling. Toch kan een goed oplettende en doortastende speler altijd aardig op de hoogte zijn van waar vijanden zijn of, op zijn minst, waar ze zouden kunnen zitten.
Daarbij komt dat je op veel verschillende manieren vijanden kunt doden. Zo kan je eentje simpelweg in mootjes hakken met je zwaard, maar het is ook mogelijk eentje in een val te trekken of duwen met de zweep, of een brandende brazier op een afstandje te slaan, waardoor die zal ontploffen en de skeletten in de brand zullen vliegen. Daarnaast is ook op bepaalde plekken met de zweep iets te grijpen en, net zoals Indiana Jones dat deed, vervolgens weg te slingeren.

Helaas is de besturing erg houterig. Het lopen voelt klungelig en springen kan je beter achterwege laten. Ook het vechten is erg ongemakkelijk en het is vaak erg moeilijk in te schatten of je binnen bereik bent van een vijandig wapen, of dichtbij genoeg staat om zelf iets uit te kunnen richten met je zwaard. Ook hakt het personage bij een aanval onder het mikpunt op het midden van het scherm door, waardoor aanvallen niet altijd uitgevoerd worden waar de speler ze verwacht.
Bovendien zijn de verkrijgbare helpers meer hinderlijk dan behulpzaam. Hoewel ze aan de kant geduwd kunnen worden met de zweep zijn ze traag, lopen ze in de weg en blokkeren ze zelfs aanvallen voor vijanden met hun lichaam. Ook zijn ze onvoorspelbaar, waardoor het haast onmogelijk is gebruik van ze te maken of zelfs rekening met ze te houden.

Ook grafisch valt City of Brass tegen. De skeletten en zelfs geesten zijn lelijk en het hele spel ziet er eentonig uit. Voor een plek die de rijkste stad van de wereld voor moet stellen, lijkt alles veel te veel op elkaar. Alle muren zijn gemaakt van zandsteen en er zijn nauwelijks versieringen. Vrijwel de enige afwisseling in kleur zijn de willekeurige stukken hout die spelers kapot kunnen slaan en wat rood op sommige pilaren of muren. Dit zorgt ervoor dat het spel erg repetitief voelt, ondanks dat elk level altijd anders is.
City of Brass is een leuk concept, maar het spel is duidelijk nog niet volledig uitgewerkt. Een gebrek aan uitwerking in de gameplay en het uiterlijk zorgt ervoor dat het spel onhandig en repetitief aanvoelt waar elke playthrough eigenlijk uniek zou moeten zijn. Toch slaagt het spel er wel in een beetje eng en sinister te zijn, iets waar traditionele dungeon crawlers iets minder goed in zijn.