preview
Pokémon Let’s GO

De maand mei stond voor Pokémon-liefhebbers in het teken van geruchten. De hele maand lang waren er de geruchten dat de Pokémon-game voor de Switch aangekondigd zou worden. Toen die aankondiging er eindelijk was, bleek het echter niet de nieuwe RPG, maar een soort van mix tussen Pokémon en Pokémon GO genaamd Pokémon Let’s GO. Een recente demo en speelsessie van het spel bewees echter dat er misschien iets te vroeg geoordeeld was.

Pokémon Let’s GO is gebasseerd op Pokémon Yellow, formeel het derde deel in de reeks, maar zich afspelend in de eerste wereld Kanto, het gebied waarin 151 Pokémon te vinden zijn. Pokémon Let’s GO is zoals men dat noemt een echte remake van de game. De werelden zijn opnieuw gemaakt, maar het verhaal en de omgeving zijn zover we nu hebben gezien grotendeels hetzelfde.

Dat het spel invloeden heeft vanuit Pokémon GO, is in meer dingen te zien dan alleen de naam. De lijst met invloeden is erg lang, dus pikken we de belangrijkste er tussen uit. De belangrijkste is dat je niet meer vecht met wilde Pokémon. Wanneer je een wezen tegen het lijf loopt, begin je direct met vangen. Ook dit vangen lijkt op Pokémon GO: je kunt een nice, great of excellent throw gooien en hoe beter de worp, hoe groter de kans dat die blijft zitten.

Een andere zeer duidelijke toevoeging vanuit Pokémon GO is dat je niet meer wordt overvallen door een Pokémon, maar dat je alle wilde beesten over je scherm ziet lopen. Je kiest er dus bewust voor of je wel of niet wilt vangen. Dit vangen levert je overigens wel gewoon XP op voor je andere Pokémon en biedt je dus de kans om op de traditionele manier te trainen. Dingen als stardust en candy, zoals we die kennen in Pokémon GO, zijn niet in de game aanwezig.

De combinatie van de bekende wereld, Pokémon altijd kunnen zien in het wild en direct kunnen vangen voelt heel natuurlijk. Vooral wilde gevechten werden door veel spelers naarmate het spel vorderde overgeslagen, omdat trainerbattles nu eenmaal meer XP opleverden. De trainerbattles zijn gebleven en op wat kleine details na niet aangepast. Je vecht dus ook met de vier aanvallen die je Pokémon kent en hoeft niet blind en dom op het scherm te tikken.

In de speelsessie mochten we alleen in Viridian Forest lopen, maar tijdens de demo die we kregen te zien werd ook Pewter City bezocht. De stad was levendiger dan ooit, vol met interactie, Pokémon (niet te vangen) en natuurlijk een gym. Alhoewel het gevecht met Brock niet werd gestart, zag het er goed en interactief uit. Meer dan ooit heb je het gevoel dat je in de tekenfilm loopt.

Grafisch is het spel sowieso een enorme vooruitgang. Nu is de Switch natuurlijk veel krachtiger dan de 3DS, maar dit weten de makers van Pokémon Let’s GO ook goed te gebruiken. Naast dat je met de gewone controllers kunt spelen, kun je ook met de Poké Ball Plus spelen, een speciale controller in de vorm van een Poké Ball. Dit werkt verrassend goed. Niet alleen maakte het hebben van slechts drie knoppen niet uit, ook het kunnen gooien van de bal voelde natuurlijk. Wel moet gezegd worden dat dit na een tijdje wel vooral een gimmick wordt.

De laatste noemenswaardige vernieuwing is dat het gebruik van HM’s is verdwenen (daarmee kon je Pokémon bijvoorbeeld leren vliegen). In plaats hiervan kunnen bepaalde Pokémon gewoon altijd vliegen, zwemmen of stenen breken. Je kiest om hier gebruik van te maken een buddy. Waar Bulbasaur nog achter je aan zal lopen, kun je in geval van Charizard op zijn rug meevliegen of in het geval van Lapras meeliften over water. Dit maakt het gebruik van Pokémon praktischer en net iets realistischer.

Waar Pokémon Let’s GO misschien tijdens de aankondiging nog veel vraagtekens liet, lijkt de game perfect te zijn om Pokémon GO-spelers naar de console te halen en voor de bestaande spelers is het één groot stuk nostalgie. We kijken dan ook heel erg uit naar november, wanneer we met het volledige spel aan de slag mogen.