Doorgaan naar artikel
The Conjuring
Rick Hoving
Rick Hoving
Profiel

Conclusie

Of The Conjuring de meest enge film ooit is? Nee, de hype blijkt wat overtrokken te zijn. Wan levert desondanks wel een goede film af, die zeker zijn krassen zal nalaten bij nieuwkomers. De doorgewinterde horrorfans zullen hun adrenaline-kick echter elders moeten zoeken.

The Conjuring is al enige tijd uit in de Verenigde Staten. Het gerucht gaat dat het een van de engste films in tijden is. Maakt The Conjuring de hype waar of zijn Amerikanen maar bangeriken?

Nadat James Wan, die eerder Saw (2004) regisseerde, klaar was met Insidious (2011) kreeg hij de verhalen van de getrouwde paranormale detectives Ed en Lorraine Warren onder ogen. Wan wilde altijd al een horrorverhaal regisseren gebaseerd op een waargebeurd verslag. Helaas had hij net al een spookhuisfilm afgeleverd. Wan besloot toch het verhaal van de Warrens te verfilmen, vroeg zijn vorige hoofdrolspeler ook in deze spookhuisfilm een rol te vertolken en zodoende kwam The Conjuring tot stand.

De twee detectives zijn voornamelijk bekend geworden door de Amityville Horror-zaak, waarover al enkele films zijn gemaakt. The Conjuring vertelt het minder bekende verhaal van een ander spraakmakende zaak, die van de Perron familie.  Een familie van negen wordt door een bovennatuurlijke kracht lastiggevallen in hun nieuwe huis. Ed (Patrick Wilson) en Lorraine (Vera Farmiga) worden ingeroepen door moeder Christine (Joey King) nadat deze is aangevallen in de kelder. Een heks heeft het huis en de omgeving vervloekt en neemt het de Perrons niet in dank af dat zij haar oude huis hebben betrokken. Een exorcisme zal moeten plaatsvinden wil de Perron familie rustig in hun nieuwe huis kunnen leven.

The Conjuring is een klassiek spookhuisverhaal en wat dat betreft weinig nieuws. Waar Wan vooral goed in is, is spanning opbouwen. Goede horror is geduldig en bouwt langzaam op, beseft ook hij zich. Wan kiest niet voor de makkelijke schrikmomenten, maar laat het eerste uur van de film onheilspellend en sinister optrekken. Het is vooral het camerawerk dat daaraan bijdraagt. De soms wat bibberende camera, die shots extra lang laat uitspelen, geeft het gevoel van een vakantiefilm. Het is geen camera die omnipotent is: om te zien wat een personage in de verte doet wordt er extreem ingezoomd in plaats van overgesprongen naar een ander beeld. Als kijker zijn we gebonden aan dat kleine doorkijkluikje dat Wan ons presenteert. Het werkt beklemmend, alsof we een onzichtbare gast van de familie Perron zijn, en hoe erg je je er ook aan wilt onttrekken, het lukt niet.

Later in de film beginnen de treiterijen rondom het huis van de Perrons steeds gruwelijkere vormen aan te nemen. Pas diep in de film beginnen de spoken zich te tonen en komt er af en toe een klassiek schrikmoment aan te pas. Toch is het allemaal niet zo eng als de hype doet geloven en is de grootste angstwekker herkenning. De film krijgt steeds meer weg van Poltergeist (Hooper, 1982) en The Exorcist (Friedkin, 1973). De horrorclichés beginnen norm te worden in een productie die eerst nog fris aanvoelde door de geweldige spanningsconstructie. Het is jammer dat Wan die verruilt voor goedkope en kenschetsende conventies.

Het superieure camerawerk en de sterke cast redden de laatste drie kwartier van de film. Het is geen onprettige kijkervaring, noch bezwijkt de film aan de routine die het heeft ingezet. Toch is het niet heel spannend meer, maar een routineklus die afgewerkt moet worden. The Conjuring is zo’n film waar uiteindelijk weinig mis mee is, maar ook een die niet blij verrast. Het is een pastiche van de spookhuisfilm: een combinatie en herhaling van zetten, waarbij het geheel meer is dan de som van zijn delen. Verwacht geen vernieuwing maar een tot in perfectie uitgevoerde versie van de spookhuisfilm.