Doorgaan naar artikel
Recensie: Eastern Boys
Daniël Steneker
Daniël Steneker
Profiel

Conclusie

Het eerste half uur van Eastern Boys is fenomenaal, maar Robin Campillo lijkt niet te weten wat hij met de andere anderhalf uur aanmoet en springt van genre naar genre, waardoor hij de consistentie uit het oog verliest. Er gebeurt veel, maar het gebrek aan focus en de voortdurende toonwisseling maakt van de film een lange zit.

Als iemand een reden heeft om het Meldpunt Midden- en Oost-Europeanen te contacteren is het Daniel (Olivier Rabourdin) wel. Hij dacht bij Gare du Nord (waar ze tegenwoordig ook al een Hema hebben) een leuke jonge knul, Marek (Kirill Emelyanov), te hebben gevonden, die voor het luttele bedrag van vijftig euro alles voor hem doet. Dan blijkt deze schone oosterling zijn voltallige vriendengroep te hebben meegenomen om Daniels riante appartement leeg te plukken. Verslagen ziet hij toe hoe de titelpersonages, in een leeftijdcategorie van tien tot vijfentwintig, zijn drankvoorraad leegdrinken, al dansend de meubels molesteren en de dure electronica vakkundig naar de verhuisbus dragen. Daniel blijft echter kalm – wellicht uit schaamte – en laat zijn werkster de teringzooi opruimen. Marek blijft echter terugkomen en zijn diensten aanbieden, tot er een relatie ontstaat die het midden houdt tussen een amoureus en ouderlijk. Het probleem is echter dat hij niet zomaar los kan komen van de bende, onder leiding van de opvliegende Boss (Daniil Vorobyov).

De film begint veelbelovend: in de openingsshots zien en horen we de straatschoffies praten maar ontbreekt de ondertiteling bewust, vanaf de eerste ontmoeting tussen Marek en Daniel zit de spanning erin. De plundering van Daniels appartement is geweldig in zijn opbouw, de brutaliteit van de jongens en de verslagenheid van de huiseigenaar. Het voelt als Funny Games zonder het botte sadisme, een populistische koortsdroom waarin Oost-Europese kwelgeesten onze welvaart komen afnemen. Het wordt al wat minder interessant zodra de relatie tussen Daniel en Marek (die eigenlijk Ruslan heet) zich ontvouwt, zeker als alle oorlogsproblematiek van aldaar wordt opgerakeld. Niet dat de uitzichtloze situatie waarin de jongens zijn opgegroeid gebagatelliseerd hoeft te worden – integendeel – maar de manier waarop slachtoffert de jongens, waardoor ze alleen nog maar meer naar de marge worden gedrukt. Als Campillo dan weer het roer omgooit en Daniel zijn doerak in distress uit een hotel moet redden, wordt het onsubtiele genrehoppen te veel: de consistentie vloeit weg uit de film. Niet de traagheid van de beelden, maar het gebrek aan focus maken van de ruim twee uur een lange zit.

Als korte film zou Eastern Boys geweldig zijn, met prima camerawerk, sterk acteerwerk en een hallucinante maar kille en realistische sfeer. Campillo wil echter te veel: hij wil drama, humor, romantiek, engagement en actie. Hij combineert deze genres niet, maar bonjourt onovertuigend van het ene in het andere.