Doorgaan naar artikel
Recensie: Mama
Rick Hoving
Rick Hoving
Profiel

Mama is gebaseerd op de gelijknamige korte film die in 2008 verscheen. Het filmpje had maar een paar minuten nodig om angstaanjagend te zijn. Guillermo del Toro besloot om regisseur Andres Muschietti de kans te geven een gehele speelfilm te weiden aan Mama; ook in de volledige versie is elke minuut angstwekkend.

Een wel heel speciale moeder
In het zog van de beurskrach van 2008 vermoordt Jeffrey (Nikolaj Coster-Waldau) zijn collega en vrouw. Hij spoedt vervolgens naar huis en vlucht met zijn twee dochtertjes Victoria en Lilly. De auto slaat over de kop in een bos en de drie eindigen in een verlaten huisje. Wanneer Jeffrey op het punt staat aan zijn eigen leven een eind te maken en aan dat van Victoria verschijnt een onheilspellend figuur achter Jeffrey. Vijf jaar later is tweelingbroer Lucas nog altijd op zoek naar Jeffrey en zijn dochtertjes. Twee door Lucas ingehuurde speurders vinden uiteindelijk het verlaten huisje en daarin twee verwilderde meisjes. De vraag is hoe het tweetal al die jaren heeft kunnen overleven. Wanneer Lucas en zijn vriendin Annabel (Jessica Chastain) de twee in huis nemen begint het langzaam duidelijk te worden dat zij er nog een extra bewoner hebben bijgekregen. Eentje die niet bereid is de zorg van Victoria en Lilly uit handen te geven.

Armzalig verhaal
Helaas is Mama maar weinig vernieuwend wat betreft zijn verhaal. Het verhaal wisselt tussen Jeffrey, Annabel met de kinderen thuis en psychiater Gerald Dreyfuss (Daniel Kash). Bij eerst genoemde gebeurt er aanzienlijk weinig op het gebied van verhaalontwikkeling. Het is vooral spannend en eng, maar daar blijft het bij. Psychiater Dreyfuss doet onderzoek naar het fenomeen dat de meisjes ‘Mama’ noemen. Zijn ondervindingen zijn magertjes. Mama bewandelt het platgetrapte pad van een spook dat verkeerd begrepen is, gekweld is in haar jeugd en daarom geen rust kan vinden. Door de weinig onthullende ontwikkelingen is het verhaal van Mama nauwelijks boeiend.

[one_half] [/one_half][one_half_last] [/one_half_last]

Akelige sfeer en kippenvel
Mama weet dit goed te verdoezelen doordat de film altijd spannend is. Rustig achteroverleunen in de stoel is er niet bij. Mama is eng, heel eng. Horror is vooral griezelig wanneer het monster trekjes wegheeft van een persoon waar we ons vertrouwd en veilig bij voelen, bijvoorbeeld kleine meisjes. Muschietti speelt hier eveneens op in door het moederfiguur luguber te maken. Samen met de vele schrikmomenten is Mama écht een film om bij te griezelen. Hoewel vaak goedkope schrikmomenten (“Er is iets. Oh nee, toch niet, het is veilig. BOE! Gefopt, er was toch wel iets.”) zijn deze wel zeer verschillend onderling. Mama teert ook een ijzingwekkende sfeer, voornamelijk doordat Mama zelf lange tijd niet duidelijk in beeld komt. Wellicht wordt Mama één van de horrorklassiekers, naast films als The Ring (Verbinski, 2002) en The Grudge (Raimi, 2004), om met een groep te onderzoeken wie nou de meest stalen zenuwen heeft.

Mama is daarmee vooral een film om bij te huiveren, maar meer ook niet. Het verhaal en de acteurs staan allemaal ten dienste van de schrikmomenten en blijven onbeduidend op de achtergrond. Het is niet erg, want Mama slaagt erin de nekharen overeind te doen staan. Toch blijft Mama daarmee meer een gimmick dan echt een film; Mama is een tochtje door het spookhuis op de kermis.