nieuws
Enough Said

Conclusie
Enough Said vaart wel bij het sterke en naturalistische spel van de acteurs, de alledaagsheid van de personages en het nederige, aardse script. De absolute ster van de film is James Gandolfini als de sympathieke goedzak Albert. Technisch gezien gebeurt er niets spannends in de film, maar biedt juist de ruimte voor observatie en identificatie met de personages en situaties. Holofcener is genadig voor haar personages en vergeeft ze hun onvolmaaktheden. Enough Said lijkt dan ook een menslievend pleidooi elkaar niet op vooroordelen of roddels te beoordelen. Het is knap van de filmmakers en acteurs dat ze een zouteloze boodschap als 'wees een beetje lief voor elkander' met zo weinig middelen en zo veel verve kunnen illustreren.Warm, natuurgetrouw spel en het vermijden van mottige romcomclichés maken van Enough Said een prettig en nuchter stukje film en een liefdevolle zwanenzang voor James Gandolfini.
Op 19 juni jongstleden overleed James Gandolfini op 51-jarige leeftijd aan een hartaanval in de badkamer van een hotel in Rome. Zijn bekendste rol is ongetwijfeld die van maffiabaas Tony Soprano in The Sopranos, maar een carrière van zo’n 25 jaar toont hem als veelzijdig acteur. In een van zijn laatste films, de romantische comedy Enough Said van Nicole Holofcener, speelt hij zijn rol als grote vriendelijke reus zo sympathiek dat je hem altijd zo zou willen blijven herinneren.
Gescheiden moeder Eva (Julia Louis-Dreyfus) leidt eigenlijk een vrij normaal, ietwat dichtgeslibd leven. Als masseuse moet ze dagelijks het gekwek van haar patiënten aanhoren en haar dochter Ellen (Tracey Fairaway) gaat bijna het huis uit om te studeren. Ze kan haar sores kwijt bij haar vriendin Sarah (Toni Colette), die haar nog wel eens mee wil nemen naar een feestje om nieuwe mensen te ontmoeten, zoals haar nieuwe cliënte, de dichteres Marianne (Catherine Keener, vertegenwoordigd in elke film van Holofcener), of de charmante dikkerd Albert (James Gandolfini). Deze laatste, tevens gescheiden met een kind dat op het punt staat uit huis te gaan, vraagt haar enkele dagen nadien uit voor een etentje, later een brunch, etcetera. De ontluikende liefde tussen Eva en Albert is geen meeslepende romance, geen ‘leven dat plots op zijn kop komt te staan’, maar een bescheiden en realistisch overkomend verhaal van twee mensen van middelbare leeftijd die op zoek zijn naar wat wederzijdse affectie. Het samenspel tussen Louis-Dreyfus en knuffelbeer Gandolfini is dan ook zeer schattig. Tot op de helft van de film lijkt er dan ook geen wolkje aan de lucht. Dan komt Eva er echter achter dat Albert de ex-echtgenoot is van Marianne, die niets goeds te melden heeft over Albert. Langzaam vallen Eva de ergernissen van Marianne op en belandt ze in een patstelling: moet ze Albert en Marianne over elkaar vertellen en hierbij het risico nemen een vriendschap en een liefde te verliezen?
Je zou kritiek kunnen hebben op de toch enigszins vrouwontvriendelijke moraal van de film, zeker gezien het hier een vrouwelijke regisseur betreft: de vrouwelijke hoofdpersonages zijn jaloers en roddelziek en de man is de goedheid zelve. Eva verpest alles door te luisteren naar Marianne en is uiteindelijk afhankelijk van de genade van Albert. Een enkele keer dreigt de combinatie van een droef gezichtje en de muziek van Marcelo Zarvos te verzanden in goedkoop drama. Gelukkig zijn deze treurmomentjes van korte aard en zijn alle personages stuk voor stuk sterk genoeg om voor zichzelf op te komen. Goed uitgewerkte persoonlijkheden en een kabbelend plot houden de film doorgaans luchtig van toon. Juist omdat Holofcener niets lijkt te pretenderen met deze film, is deze romcom een geslaagde vertelling van het alledaagse leven van een alledaagse veertiger.