nieuws
Samsara

Conclusie
Samsara had net zo goed Koyaaniskitschy kunnen heten. De documentaire lijkt namelijk een herhalingsoefening van Reggio's klassieker uit 1982, maar dan doorspekt met een overdaad aan kleurtjes, blikken in de verte en een soundtrack vol Afrikaanse trommeltjes en panfluiten. De time-lapsetechniek van Fricke ziet er nog steeds fancy uit, maar is clichématig geworden en kan geen hele film dragen. Iedereen met een abonnement op de Happinez kan ik Samsara van harte aanbevelen, liefst in combinatie met een staafje wierook. Maar onder de mooifilmerij, de esoterische beelden en de synthesizers ligt minder spirituele diepte dan Fricke wil doen geloven.Als je van grootse landschappen, boos kijkende inboorlingen en zweverige muziek houdt zit je bij Samsara van Ron Fricke op de juiste plaats. Maar ondanks zijn pretenties is de film niet veel meer dan een veredelde reclame voor een spiritueel reisbureau.
Ron Fricke is een expert op het gebied van time-lapse-fotografie, de techniek waarbij aanzienlijk minder frames worden geschoten dan de gebruikelijke 24 per seconde, zodat in de montage de tijd sneller lijkt te gaan. Deze techniek werd beroemd door de documentaire Koyaanisqatsi van Godfrey Reggio uit 1982, waarbij Fricke director of photography was, en is sindsdien talloze malen gekopieerd. Niet in de laatste plaats door Fricke zelf, die in 1985 zijn regiedebuut maakte met Chronos en zeven jaar later de film Baraka uitbracht. Na werk als cinematograaf voor onder andere Star Wars III (de vulkaan op planeet Mustafar is eigenlijk de door Fricke geschoten Etna op Sicilië) is hij nu terug met Samsara, wat in het oud-Indisch zoiets betekent als een continue cirkelbeweging en in het boedhisme en hindoëisme staat voor de cyclus van reïncarnatie.
Geschoten in vijf jaar in meer dan twintig landen over de gehele wereld, behoort Samsara tot de categorie poëtische documentaires, net als Koyaanisqatsi, De Man met de Camera (Vertov, 1929) of Glas (Haanstra, 1958), de eerste Oscarwinnaar van vaderlandse bodem. In plaats van middels een helder narratief probeert de maker via ritmische montage en een associatieve nevenschikking van beelden zijn boodschap over te brengen. Een veelgebruikte tactiek in Samsara is bijvoorbeeld het contrast: stille landschappen worden afgewisseld met hectische stadsbeelden, opvallende individuen worden gepareerd met time-lapsebeelden van massa’s mensen die als mieren krioelen door een kantoorpand.
Zonder tekstuele uitleg of contextualisering komen tal van scènes uit alle uithoeken van de wereld aan bod. De film opent met oriëntaalse dansen, boeddhistische monnikken die een tekening van gekleurd zand vervaardigen, schakelt dan over naar vervallen garages, naar skihallen, vuilnisbelten, stripclubs, gevangenissen, ga zo maar door. De diversiteit aan scènes is ongekend groot, maar Fricke doet er opvallend weinig mee: doorgaans óf vertraagd óf versneld. Vervolgens plakt hij er een soundtrack van Lisa Gerards en Marcello de Francisi onder, een new age-achtige mix van wereldmuziek, etherische zang en elektronische ritmes. Juist door deze constant herhaalde tactiek verworden de beelden dikwijls tot een doffe eenheidsworst. Met zweefmuziek en trage camerabewegingen gaat alles er plots poëtisch uitzien, maar stiekem is het kitsch.
Enkele scènes maken de film enigszins de moeite waard. In een nachtmerrieachtige scène speelt een performance artist een kantoorklerk die zichzelf mummificeert met klei – het lijkt bijna alsof een animatie van Jan Švankmajer tot leven is gekomen. Een peloton Koreaanse gevangenen dat een feilloze choreografie als ochtendgymnastiek opvoert levert ook een leuk beeld op. De meeste scènes zijn echter niet speciaal genoeg om de oeverloze herhaling van Frickes techniek – het wordt steeds meer een trucje – te rechtvaardigen. Of het nou Afrikaanse inboorlingen, zakenmannen of een gezinnetje met vuurwapens betreft, na een tijdje geloof je de oneindige blik in de camera wel weer. Ondanks de poëtische montage worden verschillende maatschappelijke thema’s – bio-industrie, militarisme, milieuvervuiling – zodanig onsubtiel op het bord van de toeschouwer geserveerd dat de boodschap zelfs zonder context een beetje opdringerig overkomt. Daarbij zijn de thema’s van Samsara – verhouding mens en natuur, individu en massa, vooruitgang en afbreuk – door Reggio in de jaren tachtig al veel treffender in beeld gebracht.