Doorgaan naar artikel
Stride: Fates
Joost Klein Middelink
Joost Klein Middelink
Gameredacteur / Bordspellenredactiemanager / Eventmanager
Profiel

Conclusie

Ondanks dat Stride: Fates wel wat momenten kent die best vermakelijk zijn waarbij je rond rent en vijanden verslaat, is de besturing niet ideaal, voelt het verhaal saai en werken bepaalde zaken niet vloeiend, waardoor het eerder aanvoelt als een inferieure versie van het eerste deel.

Twee jaar geleden verscheen Stride voor VR, een dynamisch parkour-avontuur met wapens waarbij je rennend, rollend en schietend vol actie een verhaal beleefde. Nu is Stride: Fates uitgekomen, het vervolg waarbij je naast het rondrennen ook nog in de huid kruipt van een speciale officier die bendes, corrupte politici en krachtige families moet tegenhouden met je vaardigheden. Lees hier of dit tweede deel dezelfde spannende gameplay biedt als in het eerste deel.

Stride: Fates

Bij het opstarten krijgen we een korte tutorial die niet veel verschilt van het eerste deel. Je kan je handen gebruiken om te klimmen en klauteren terwijl je langs muren rent om verder te komen. Daarnaast heb je een enterhaak in je handen waarmee je via drones grote afstanden kan overbruggen. Zodoende ben je volledig vrij om te gaan en staan waar je wilt, want vaak zijn er meerdere manieren hoe je naar het einde van het level kan komen.

Naast de bewegingsvrijheid moet je uiteindelijk ook vijanden uitschakelen met wapens. Je kan voorzichtig te werk gaan met messen of knuppels, of je kan vol de aanval ingaan met pistolen en machinegeweren. De game probeert je te sturen naar voorzichtig zijn, maar dit werkt niet helemaal soepel. Het steken met een dolk voelt erg onnatuurlijk en het kwam regelmatig voor dat ons mes spontaan was verdwenen na een aanval. Dat is natuurlijk erg onpraktisch als er meerdere vijanden staan, waardoor we vaak alsnog het vuur openden.

Stride: Fates

Stride: Fates wisselt zich in rap tempo af met gevechten en de parkour-stukjes. In een game zoals Mirror’s Edge vloeit dit prachtig in elkaar over, maar helaas niet in deze VR-game. Doordat het klimmen fysiek van je vraagt om bewegingen te doen, gaat het tempo al naar beneden, maar doordat het registreren van je handen ook niet ideaal verloopt, vielen we herhaaldelijk een afgrond in of bleef onze hand haken achter een stang waardoor we onszelf moesten laten vallen of niet soepeltjes door konden lopen.

Toch zijn er wel momenten dat de game goed werkt en dan voelt het prettig om rond te rennen, vijanden te verslaan en te zwaaien over ravijnen. Vijanden zijn soms wat stom en schieten eerder hun teamgenoten neer, maar daardoor kan je misbruik maken van hun “tactieken”.

Stride: Fates

Grafisch oogt de game ook vrijwel identiek aan de eerste game, wat erg jammer is. Ook kom je vaak dezelfde obstakels tegen, vergelijkbaar met het eerste deel. Na twee jaar hadden we gehoopt dat het uiterlijk van het spel ook wat opgepoetst zou zijn, maar naast dat het wat saai aanvoelt, is er ook geen enkele mogelijkheid om instellingen aan te passen. Omdat Stride: Fates ook beschikbaar is op Meta Quest-headsets, is het waarschijnlijk grafisch wat afgestompt, maar je krijgt geen mogelijkheid dit op de pc beter te maken.

Het verhaal voelt erg onprofessioneel, waarbij de tekst weinig kracht bevat en de stemacteurs dit ook nog emotieloos overbrengen. Mogelijk komt dat doordat op de productpagina blijkt dat de studio AI gebruikt om delen in te vullen, maar in elk geval is de actie uit de game ver te zoeken in de teksten. Tijdens de game voelen de personages vooral aan als ongeïnteresseerde wezens, waardoor wij niet echt onder de indruk waren en het verhaal niet bleef plakken.

Helaas blijkt de studio het succes van het vorige deel helemaal niet te kunnen evenaren. Het is best vermakelijk, maar ondanks dat het een vervolg is, lijkt dit juist de mindere versie van de twee spellen en is het moeilijk te verkopen dat het een must-have zou zijn. Daarnaast is Stride: Fates ook nog bijna een tientje prijziger dan zijn voorganger, dus ondanks dat het op momenten best leuk kan zijn, voelt het zeker niet als het vervolg dat het had kunnen zijn.

Stride: Fates is voor deze review gespeeld op SteamVR (met een Valve Index), het spel is ook verkrijgbaar op de Meta Quest-headsets.