Doorgaan naar artikel
Last Vegas
Zita Veugen
Zita Veugen
Profiel

Conclusie

Een film die begint met een huwelijksaanzoek tijdens een begrafenis heeft de toon in een oogwenk gezet. De vier koppen zijn leuk, maar de film doet de kwaliteit van de acteurs geen goed. Hilariteit is ver te zoeken; het geheel is eerder gênant.

Last Vegas (Jon Turtelbaub) is absoluut onopmerkelijk. Het is aangenaam om Robert De Niro, Morgan Freeman, Michael Douglas en Kevin Kline samen in een film te zien, maar de film zelf maakt niets los. Het script is flinterdun, de personages zijn vermoeiend en ook de beelden zijn niet gedenkenswaardig.

Tijdens het uitspreken van een grafrede besluit Billy (Douglas) spontaan zijn half zo jonge vriendin ten huwelijk te vragen. Deze actie ondersteunt het algemene sentiment van Last Vegas dat ouderdom gelijkstaat aan wanhoop en frustratie. Tot vervelens toe maken onbelangrijke bijpersonages bijdehante opmerkingen over de leeftijd van Billy en diens vrienden. Zelf maakt hij de aanklacht wat betreft wanhoop waar. Hij sleept zijn drie beste vrienden mee naar Las Vegas, om aldaar de bloemetjes buiten te zetten – of om met het verleden in het reine te komen.

De film opent met een scène waarin ‘De Vier van Flatbush’, zoals ze zichzelf noemen, nog jong en onbezonnen zijn. Deze scène lijkt enkel de kracht van hun vriendschap te moeten bewijzen, alsof levensduur daarvoor überhaupt een argument is. Wanneer de volwassen acteurs het stokje overnemen, wordt er een overdosis aan verwijzingen ingezet. Maar de kijker kan ook zonder fotolijstjes wel bedenken dat Morgan Freeman de volwassen versie van het donkere jongetje Archie speelt. Last Vegas is ondanks zijn magere verhaallijn buitensporig expliciet: dat het viertal goed bevriend is wordt om de haverklap benoemd, in plaats van geloofwaardig uitgewerkt. Hoewel de mannen tegen de zeventig lopen, hebben ze verdacht weinig gespreksstof: de film verwijst vooral naar zichzelf. Daarbij is hun dialoog zelden constructief: de Vier van Flatbush generen weinig anders dan onophoudelijk gebekvecht. De personages zijn uitgekauwd, hun verhoudingen doorzichtig en de omgeving waarin ze zich verkeren schreeuwerig, al mag dat laatste van Las Vegas verwacht worden.

Vrouwen zijn er vooral om aan een mans voeten te liggen, maar daar is Diana (Mary Steenburgen) een aangename uitzondering op. Deze krachtige vrouw heeft ervoor gekozen haar carrière aan de kant te schuiven voor haar zangpassie. Dat zou misschien een onopmerkelijke zet zijn in Vegas ware het niet dat Steenburgen ook daadwerkelijk goed kan zingen. Ze ontmoet de Vier terwijl ze haar talenten blootstelt aan een uitgestorven zaal en wijkt vervolgens niet meer van hun zijde. Toch komt haar personage niet wanhopig over. Steenburgen zet een doortastende vrouw neer die de heren welkom tegenwicht biedt. Met de opmerking “You are not as charming as you think you are” zet ze Billy bij hun ontmoeting op zijn plek. Die ontvlucht met zijn net te zongebruinde huid en stijlvolle pakken de realiteit van zijn leven en is zich niet bewust van zijn verlangen naar een vrouw als Diana. Maar ook de weerbarstige weduwnaar Paddy (De Niro) heeft interesse. De driehoeksverhouding die ontstaat haalt nooit vergeten en nooit vergeven verhalen van vroeger naar boven, toen Billy en Paddy allebei hielden van wijlen Sophie.

Last Vegas heeft maar één redding en die komt in de vorm van zijn acteurs. Ten eerste is Diana meer dan slechts een vrouw die gezien wordt door de mannen. Daarnaast hebben Freeman, Douglas, De Niro en Kevin Kline er plezier in gevieren op het witte doek te staan en dat is eraan af te zien. Het maakt hun personages niet degelijk, maar wel enigszins dragelijk.