review
Suzanne

Conclusie
Op acteer- en filmwerk is in het geval van Suzanne niet heel veel aan te merken, maar wat is de meerwaarde van anderhalf uur doffe ellende? Zelfs het thema zusterliefde, wat in het begin de boventoon lijkt te voeren, wordt ondergraven door het titelpersonage van de regen in de drup te laten storten. Naarmate de glinstering in Forestiers ogen dooft, word je als toeschouwer ongevoeliger en na de aftiteling blijf je met lege handen zitten.Sommige mensen hebben het niet makkelijk. Door een nare samenloop van omstandigheden en wat onhandige persoonlijkheidstrekjes verliezen ze alles en iedereen wat hen dierbaar is. Zo’n persoon is Suzanne, een goedhartig meisje dat onverhoopt zwanger wordt, door een verkeerde vriend haar kind weer verliest en in de bak belandt. Nu is dat allemaal mooi klote, maar is het meer dan dat?
Suzanne beslaat een tijdspanne van zo’n vijfentwintig jaar. De film begint in hun kindertijd, waarin Suzanne (Sara Forestier) en haar zusje en tevens beste vriendin Maria (Adèle Haenel) opgroeien bij hun vader, de truckchauffeur Nicolas (François Damiens). Met tijdsprongen worden periodes van Suzannes leven belicht: de schooltijd, haar vroegtijdige moederschap, haar val in de criminaliteit, reclasseringstrajecten en meer. De tijdssprongen zijn subtiel, het duurt even voordat je doorhebt dat er plots jaren vervlogen zijn. Forestier en Haenel doen dit met verve: de liefde tussen de twee zussen en de bereidheid van Maria om Suzanne ondanks alles bij te staan vormen de hoogtepunten van de film. Ook de noisy soundtrack van Electrelane en het solowerk van hun frontvrouw Verity Susman past prima bij de verschillende tijdvlakken en weet deze tevens feilloos te verbinden. Qua vorm heeft regiseusse Katell Quilévéré, die in 2010 haar debuut Un Poison Violent regisseerde, het puik gedaan.
Maar dan de inhoud. Het plot is vrij gangbaar voor een sociaal-realistische film, met zijn onbesmuikte portrettering van onderklasseproblemen. De kracht van het gezin, de eenstaande vader die zijn kinderen moet opvoeden en tegelijkertijd het brood op de plank moet brengen, tienerzwangerschappen: allen veel verbeelde maar daarom niet minder urgente thema’s. Daar komt nog het op zich niet oninteressante onderwerp van de verblindende liefde voor Julien (Paul Hamy) bij, die haar uiteindelijk in de criminaliteit en de bajes zal doen belanden. Maar in plaats van het uitwerken van een dezer thema’s kiest Quillévéré voor een opeenstapeling van treurnis. Door de rauwe stijl lijkt ze niet te oordelen of te psychologiseren, maar door het titelpersonage steeds opnieuw foute keuzes te laten maken en haar van tragedie naar tragedie te sturen, word je passief meewarig. Naarmate de film vordert verliest de film aan scherpte en wil je uiteindelijk niets liever dan Suzanne bemoederlijk toespreken, “kindje toch, wat doe je jezelf nou weer aan?”. Juist dat maakt het prima gefilmde en geacteerde Suzanne tot een moralistische maar lege vertelling.