Doorgaan naar artikel
Halloween Horror Show: De horrorkomedie
Daniël Steneker
Daniël Steneker
Profiel

Het horrorgenre draait om overleven en een dag niet gelachen is een dag niet geleefd. De onweerlegbare logica van 1+1=2 maakt de horrorkomedie dus tot ideale combinatie. Nog één nacht te gaan tot de Halloween Horror Show, het is een lachertje. Onze laatste special is dan ook gewijd aan films om je dood te lachen.

Een hele zwik lijpe combinaties van monster en komieken in de jaren twintig tot ergens in de jaren zestig

Annex - Lugosi, Bela (White Zombie)_01

Als onwaarschijnlijke combinatie lijkt de horrorkomedie een typisch postmoderne vorm van genrebending die in de jaren tachtig en negentig opkwam met puberhorror als de The Evil Dead-trilogie, later de ironie van de Scream-films en nog later de onderbroekenhorror van de tientallen Scary Movies. Het genre bestaat echter al sinds de stille film en kent een productiepiek in de jaren veertig. De formule toentertijd was vrijwel altijd hetzelfde: men neme een bekende komiek (of een groep komieken, zoals The Three Stooges of The Little Rascals) en een bekende, liefst wat uitgerangeerde horrorster (anders dan vandaag, waar de persoon achter het monster doorgaans anoniem is, waren horroracteurs tot in de jaren zestig Hollywoodiconen). De rest komt vanzelf en je kunt eindeloos variëren. Zo ontmoet het komische duo Abbott & Costello achtereenvolgens Frankenstein (1948), Dr. Jekyll and Mr. Hyde (1953) en een mummie (1955) en moeten Laurel & Hardy in 1934 overleven op een behekst schip. Ook sterren als Vincent Price en Boris Karloff (de originele Frankenstein) namen hun eigen carrière al snel met een korrel zout met jolige griezelfilms als A Comedy of Terrors en The Ghost with the Invisible Bikini. De weblog Scared Silly heeft deze curiosa handig op een rijtje gezet en gerecenseerd.

Braindead/Dead Alive (Jackson, 1992)

braindead

Braindead moet hier alleen al genoemd worden omdat de film het niet geheel omstreden record houdt voor het gebruik van het meeste nepbloed in een productie, naar schatting ongeveer 300 liter. Daarnaast lijkt de film onmogelijk te zijn geregisseerd door dezelfde man die ons de fantasymegalomanie van The Lord of the Rings en The Hobbit heeft gebracht. Toch is Peter Jackson begonnen in de horrorkomedie, eerst met Bad Taste en toen met dit tragische verhaal over een man wiens leven gedomineerd wordt door zijn veeleisende moeder, tot de laatste op een dag door een gemuteerde rat verandert in een zombie. De ervaring met het maken van poppen die Jackson drie jaar eerder opdeed in de Muppetsparodie The Feebles komt hier goed van pas: de zombies zien er hartstikke nep uit, maar zijn daardoor niet minder weerzinwekkend. Ideaal bij coq-au-vin en oesters.
Natuurlijk zijn mensen en ratten al lang niet meer de enige wezens uit Gods creatie die vatbaar zijn voor zombisme, zo getuige Zombeavers, die na lang wachten aanstaande zaterdagnacht eindelijk te zien is op de Halloween Horror Show.

Trolljegeren (Øvredal, 2010)

trolljegeren

Dat Noord-Europa met zijn uitgestrekte bossen en ijsvlaktes niet de veiligste plek op aarde is, moge duidelijk zijn. Tommy Wirkola toonde  in 2009 al dat de kopstukken van het Derde Rijk er een tweede leven zijn begonnen in zijn nazi-zomedy Død snø, waarvan deel 2, Red vs. Dead, draait tijdens de Halloween Horror Show (met uitzondering van Amsterdam, waar deze vervangen is door de occulte horror van Ouija). Nog voordat de NSDAP-coryfeeën hun intrek namen, huisden er natuurlijk al eeuwenlang wondere wezens rond in de Noorse bossen: elfjes, heksen en natuurlijk heel veel heel grote trollen. De horrorkomedie Trolljegeren (De trollenjager) is gefilmd in de found-footagestijl, met dien verschille dat waar overige films in deze stijl alles aan de verbeelding overlaten, hier de enorme oerwezens in vol ornaat en in al hun glorie worden getoond. Hoe grotesk de trollen ook zijn, des te subtieler is de humor, vol met verwijzingen naar de Scandinavische volkscultuur die ik allemaal niet snap.