Doorgaan naar artikel
Verslag: London Calling 2015 #1
Wilco Beuckens
Wilco Beuckens
Profiel

Afgelopen weekend was het tijd voor de eerste editie van het London Calling festival in Paradiso. Tijdens het festival staat Paradiso twee avonden lang in het teken van de nieuwste lading bands en artiesten uit, voornamelijk, Engeland. Hoe is het weekend ons bevallen? 

In de dagen voorafgaand aan het festival worden de herinneringen alweer opgehaald. “Wist je nog toen…?”, “Wanneer stond Blur op London Calling?”. Het traditionele festival in Paradiso was voor veel bekende Britse bands hun eerste optreden in Nederland. Blur, The Kooks, Franz Ferdinand, Skunk Anansie, Florence & The Machine, Bloc Party, Royal Blood, Snow Patrol en Editors. Zomaar een kleine greep namen uit de imposante geschiedenis van het festival.

Het festival vindt twee keer per jaar plaats. Eén keer in maart/april en één keer in november. Op de vrijdag- en zaterdagavond is Paradiso vanaf 18:30 geopend tot diep in de nacht en geniet je in de kleine en grote zaal van bands.

Vrijdag
De vrijdag trappen wij af met Soak. De 18-jarige dame weet de kleine zaal stil te krijgen met nummers die klinken alsof ze al jaren ervaring heeft met verbroken relaties en andere volwassen thema’s. Af en toe nog wat speels op tekstueel gebied, maar zeker iets om in de gaten te houden. Het is overduidelijk vrijdag. De kleine zaal is vrijwel stil en luistert naar de artiest, terwijl de grote zaal één groot café is waar het voor bands en artiesten lastig is om boven het lawaai uit te komen. Aan Happyness de taak om de grote zaal in beweging te krijgen. Helaas weet de band nergens te verassen. Slecht is het niet, maar de blije pop/rock nummer blijven nergens hangen. Snel terug naar de kleine zaal waar de drie Britse zusjes van Jagaara hun eerste optreden geven buiten Engeland. Ze zijn zelfs zo enthousiast dat ze na de soundcheck spontaan met hun set beginnen. Al snel worden ze teruggefloten en moet er een kwartiertje worden gewacht. De dames maken zeker indruk met hun mix van Florence & The Machine, The XX en Haim invloeden. Het is echter de vraag of de dames een eigen sound kunnen creëren. Het uiterlijk hebben ze mee. Nu nog je eigen stempel op de muziek drukken. Vervolgens tijd voor Slaves. Deze band is het beste te omschrijven als een “Royal Blood on steroids”. Een drummer die achter z’n drumstel staat en erop mept alsof z’n leven ervan af hangt. De drums worden ondersteund door slechts één gitarist.  Er volgen een aantal heerlijke Britse anekdotes. Qua sfeer en performance het absolute hoogtepunt van de avond. Het is echter de vraag of de band de volgende stap kan maken. De live show is dik in orde, maar “soortgenoten” Royal Blood waren vorig jaar al veel volwassener. Het optreden smaakt in ieder geval naar meer.

Zaterdag:
We beginnen de zaterdag met Jack Garrat. De multi-instrumentalist is DJ en muzikant tegelijk. Als het dan allemaal niet klopt qua geluid en afstemming van instrumenten wordt het al snel rommelig De bass dreunt veels te hard door de grote zaal heen. Jack zelf is ook niet al te enthousiast en verontschuldigt zich een aantal keer voor het, volgens hem, rommelige optreden. Dat is jammer, want ondanks de geluidsproblemen is het muzikaal gezien dik in orde.
Hooton Tennis Club mag het vervolgens gaan proberen in de kleine zaal. De band heeft de uitstraling van het plaatselijke high school bandje en is muzikaal gezien ook niet heel veel beter. Slecht is het niet, maar het klinkt als een ongeïnspireerde Weezer. Vervolgens mag The Dø aan de slag in de grote zaal. Het is één van de weinige niet-Britse bands op deze editie van het festival. Het zal een kwestie van smaak zijn, maar het optreden is alles behalve enerverend. De zang schiet vooral in het begin te kort. De dansbare muziek krijgt weinig mensen in beweging. Het lijkt alsof het publiek wat meer actie wil zien en niet zit te wachten op de indiepop van de Frans/Finse band.
Jane Weaver is nog een slagje erger. In de kleine zaal krijgen we een matige show voorgeschoteld van nietszeggende nummers. De saaie uitstraling zorgt ervoor dat de kleine zaal al vanaf het eerste nummer voorzichtig leeg loopt. Dat is op de zaterdagavond wel eens anders geweest. Of Montreal doet wat meer denken aan The Dø. De charismatische zanger danst erop los. Aan zijn enthousiasme zal het niet liggen, maar helaas is ook deze band niet in staat om het publiek te vermaken. Het klinkt eentonig en niks blijft hangen. De muziek wordt tegen het einde wel wat interessanter, maar dan is de grote zaal redelijk leeg. Gelukkig krijgt Drenge als afsluiter de zaal in beweging. Alsof het publiek heel de avond op de energie heeft gewacht. De rauwe mix van de band uit Sheffield band was meer dan welkom. De drummer is overduidelijk de stille kracht achter het geluid. Op de achtergrond zorgt hij ervoor dat de band nooit uit de bocht vliegt. Toch nog een goed einde van deze editie.

Na twee dagen tijd op de balans op te maken. London Calling is een echt showcase festival. Twee dagen bandjes kijken. Deze charme heeft het festival. Het publiek is hierdoor wel luidruchtig. Het is voor de wat stillere acts moeilijk om boven het kabaal uit te komen. Wellicht dat acts als Drenge & Slaves het daarom zo goed doen op een festival als dit. De vrijdag was dit jaar speels met leuke jonge acts, terwijl de zaterdag zich meer concentreerde op de gevestigde namen. Toch was het niveau deze editie niet zo hoog als voorgaande edities. Te weinig acts wisten echt te verassen en/of ons te vermaken. Een aandachtig Paradiso moet je afdwingen en dat is te weinig gebeurd deze editie. Reden te meer om alweer uit te kijken naar de tweede editie in november.