Doorgaan naar artikel
Recensie: The Hobbit: An Unexpected Journey
Pim van den Berg
Pim van den Berg
Profiel

Het heeft negen jaar geduurd voordat de onvermijdelijke verfilming van Tolkiens kinderboek The Hobbit, de voorganger van Lord of the Rings, uitkwam. De productie is in nagenoeg dezelfde handen gebleven, met Peter Jackson aan het roer, Howard Shore als componist, dezelfde vormgevers en scenaristen plus de eens potentiële regisseur van de film, Guillermo del Toro. Is The Hobbit een herhalingsoefening van zijn voorganger, of staat de film trots op eigen, harige voeten?

De terugkeer naar Midden-Aarde
Het begin van de film vestigt gelijk al de aandacht op de gelijkwaardige manier waarop The Fellowship geïntroduceerd werd. Het is duidelijk dat de originele trilogie zijn structuur ontleent aan The Hobbit, van achtervolgingen met Wargs op de velden, tot schermutselingen met goblins in de grotten. Bekende locaties als de Gouw en Rivendel zijn net zo kleurrijk en adembenemend als voorheen, maar voegen niets nieuws toe.

De film oogt zeker in het begin bijzonder levendig en zonnig als een impressionistisch schilderij, maar de shots ontbreken het aan een heldere compositie en contrast waar bijvoobeeld Skyfall recentelijk zo rijk aan was. In feite lijken de beelden grotendeels te leunen op de prachtige setting van Midden-Aarde. Voornamelijk de tweede helft van de film lijkt alleen nog maar gevuld met duister blauw en een onverbiddelijke oranje gloed. De effecten zijn levendig, maar sommige shots lijken enkel de verplichte 3D te dienen. Het einde oogt door een zee van digitale effecten als een animatiefilm, maar is wonderlijk om naar te kijken.

[tube]http://www.youtube.com/watch?v=cFXKFnm3Nqw&hd=1[/tube]

Weinig uiteenlopende personages
Nieuwe personages maken weinig of een verkeerde indruk: Thorin, de leider van het dwergengezelschap, is een mengelmoes van Aragorn en Boromir. Hij is zowel trots op zijn afkomst als een onzekere koning met tegenzin. De overige dwergen krijgen geen tijd om zich te onderscheiden of klampen zich vast aan cliché’s als wijsheid en overgewicht. Martin Freeman is fris en geeft een typisch Brits randje aan de jonge Bilbo. Ondanks zijn grappige optreden komt Freeman maar net door de serieuze stukken heen. Gandalf draagt deze naamloze troupe dwergen op zijn schouders. Radagast de Bruine Tovenaar biedt een komische, kinderlijke ondertoon, maar geeft een Ewok- of Holiday Special-vibe die helemaal misplaatst is binnen de serieuze toon die The Hobbit verder hanteert.

Deze toon wordt het sterkst uitgebeeld in de wat mijmerende dialoog. De heldhaftige, onheilspellende betogen voelen minder geïnspireerd en zijn daarom minder vergeeflijk. Na de zoveelste profetie of biografie van iemand die verdwaasd in de verte tuurt, is de ernst van de zaak wel afdoende benadrukt.

Sterk verhaal met simpele climax
Het plot is wel sterk, met de overkoepelende dreiging van zowel Smaug als het algehele kwaad in de aanloop van de Ring. De secundaire maar directe schurk is een grote, bleke ork die een geschiedenis heeft met Thorin. De grootste afknapper is een makkelijk afgewerkte climax die wederom leunt op deus ex machina’s in de vorm van enorme vogels. Zelfs shots van Gandalf die tegen een vlinder fluistert zijn vrijwel letterlijk gekopieerd.

GoedOndanks dit alles verdient An Unexpected Journey het om als een onafhankelijke film beoordeeld te worden. De hamvraag is: kan de Hobbit op eigen benen staan? De film lijkt sprekend op de LOTR-verfilmingen van het vorige decennium en bevat ook een hoop knipogen en verwijzingen naar de tekst van het boek. En hoewel de film een feest van herkenning zal zijn voor fans, is het een lange, imposante zit voor de leek, die zich meegesleept zal voelen door veel mooie beelden, maar niet bijzonder geroerd zal zijn door het nieuwe gezelschap.