nieuws
Hemel op Aarde

Conclusie
Hemel op Aarde is niet perfect, maar wel een ontzettend sympathieke film. Ook buiten Limburg gaat deze film heel veel bioscoopbezoekers blij maken. Er zijn genoeg momenten aan te wijzen waarop Hemel op Aarde steken laat vallen, maar daarvoor zijn er evenzoveel schitterende momenten. Kuijpers heeft gewoonweg een hele leuke film gemaakt met een goed uitgekozen cast. Zo simpel kan het gewoon zijn.Limburg heeft de primeur met de première van Hemel op Aarde zo’n maand voor de rest van Nederland. In de Limburgs gesproken coming-of-agefilm ligt het gevaar voor overdreven sentimentaliteit en kneuterige Nederlandse lolligheid constant op de loer. Maar regisseur Pieter Kuijpers behoedt zijn film knap voor de makkelijke valkuilen en maakt een oprecht leuke film.
In een tijdloos Limburgs dorpje woont de 13-jarige Bart (Bram van Schie) met zijn familie bestaande uit hemzelf, vrome moeder Gertie (Lies Visschedijk) en jolige vader Wiel (Jeroen van Koningsbrugge). Bart heeft last van een stevig gevalletje magisch denken en gelooft heilig dat alles wat hij doet uitwerkingen heeft op zijn omgeving. Zo zegent God hem en zijn familie, maar straft Hij hen ook wanneer hij zondigt. Bart heeft wat dat betreft weinig te vrezen als braaf lid van de kerkgemeenschap, onder leiding van pastoor Sef (Huub Stapel). Maar wanneer de familie Verheije uit Antwerpen hun intreden doet in het supergezellige dorp nemen ze ook hun stadse fratsen mee. Het is een populair thema van de afgelopen jaren in de Nederlandse cinema: de buitenstaander, het liefst ook daadwerkelijk buitenlands, die een hechte gemeenschap doet opschrikken. Zo komen De Ontmaagding van Eva van End (Ten Horn, 2012), Matterhorn (Ebbinge, 2013) en ook een film als Borgman (Warmerdam, 2013) in gedachten. Ook in Hemel op Aarde is het de buitenstaander die roet in het eten komt gooien voor Barts Hemel op Aarde: de Belgen neem hun losgeslagen zoon Peter (Aäron Roggeman) en bloedmooie dochter Moniek (Ella-June Henrard) mee. Ondanks zijn kuise leefstijl kan Bart niet helpen dat de puberhormonen door zijn lichaam gieren bij haar aanblik.
Het dorpje waarin Bart woont moet voornamelijk weemoedig doen verlangen naar vroeger en wil ons laten geloven dat er vroeger sprake was van een ideale monocultuur toen alles nog ‘gewoon’ en ‘gezellig’ was. Daarbij lijken hele loodsen te zijn leeggetrokken om alles te voorzien van een attribuut uit de jaren ’70. Daarmee wordt de film niet zo zeer realistisch, maar eerder een kijkdoos vol nostalgische rariteiten om te kunnen zeggen: “Och ja, dat was ook zo”. De angst zit er de eerste minuten al snel in dat Hemel op Aarde zich spiegelt met blij-kneuterige televisieseries als Toen Was Geluk Heel Gewoon (1994-2009) en ‘t Schaep met de 5 pooten (2006), zeker wanneer dit simpele plattelandsleven door de Verheije wordt bedreigd en een uitgelaten wijkagent zegt ze die stadse fratsen moet laten. De relatie stad-platteland wordt door Kuijpers gelukkig maar beperkt als lijdend onderwerp gebruikt. Merkbaar is wel de haat/liefde-relatie die Kuijpers heeft ontwikkeld met (naar vermoeden) het dorpje uit zijn jeugd. Toch zijn het vooral opgroeien, de druk van het katholicisme en de bevrijding daarvan die de lijdraad vormen voor Hemel op Aarde. Wie een ode aan Limburg verwacht zit toch echt verkeerd.
Naarmate Bart zich steeds meer afkeert van de regels van de kerk, raakt de film steeds meer in duisterder vaarwater. Daarbij laat het verhaal zijn knullige insteek en bijpersonages achter zich. De ware aard van de bewoners komt naar boven en de druk van sociale controle, verplichtingen en tradities worden zichtbaar. Wiel verliest zijn baan en de dwaas in hem wordt overgenomen door een cynische Jeroen van Koningsbrugge, die we toch niet vaak op deze manier serieus zien. Oom Sef ontplooit zich van beschermende herder naar obsessieve en hypocriete stalker. Alsof dat niet genoeg is blijkt Moniek ook nog eens ernstig ziek te zijn. De personages blijven desondanks sympathiek, maar Kuijpers laat duidelijk zien dat de dorpsbewoners twee gezichten hebben: één voor buiten de deur en één voor binnenshuis. Die veranderingen zorgen ervoor dat Hemel op Aarde niet verloren raakt in een gezapige terugblik naar de jaren ’70. Dat de toon wordt aangezet met belachelijk duidelijk kleurfilters is dan weer jammer. Er zijn echter genoeg momenten waarop de film terug zou kunnen vallen naar een vrolijker geheel. Kuijpers kiest voor de moeilijkere weg en dat stemt tot zachtere gedachten als het aankomt op soms wat rare keuzes wat betreft beeld en decor. Daarbij komt ook het leuke samenspel tussen de acteurs. Het plezier is duidelijk van de gezichten te lezen. Stapel is maar wat blij in z’n eigen taaltje te mogen spreken, net als Van Koningsbrugge overigens. Laatstgenoemden en debutant Van Schie geven kleur en smaak aan het geheel.