Doorgaan naar artikel
Nymphomaniac
Daniël Steneker
Daniël Steneker
Profiel

Conclusie

Von Trier staat erom bekend nogal eens van filmstijl te wisselen, van zijn groezelige dogmafilm Idioterne tot de gestileerde horror van Antichrist. Wat dat betreft is dit uitstapje naar het zelfbenoemde digressionisme dan ook gerechtvaardigd, maar hopelijk laat hij het hierbij. Alle potentie wordt uit de film gezogen door de nutteloze 'digressies' die ook nog eens via alle filmische middelen in het gelaat van de toeschouwer worden geduwd.

In 2011 verklaarde Lars von Trier dat zijn volgende film een pornofilm zou worden. Nymphomaniac is echter vooral zelfbevlekking voor Von Trier zelf, boordevol overbodige associaties om zijn kennis te etaleren.

In de afgelopen jaren kwam een nieuwe feministische tendens op in de media: de vrouw is, naast een lustobject, ook een lustsubject. De genotsbeleving van de vrouw werd een dankbaar onderwerp voor de kunsten. Voorbeelden van vorig jaar zijn Jeune et Jolie van François Ozon, over de seksuele volwassenwording van een jong Frans meisje, of Sunny Bergmans documentaire Sletvrees, een onderzoek naar de hypocrisie van de hedendaagse seksuele moraal. Ook Lars von Trier doet een duit in het zakje met Nymphomaniac. Niet zomaar een duit: de film duurde in eerste instantie ruim vijf uur, maar is teruggebracht tot vier uur, verdeeld over twee delen van ongeveer twee uur. Heeft von Trier echt zo veel te vertellen?

Op een besneeuwde avond vindt Seligman (Stellan Skarsgård) in een donker steegje de flink toegetakelde Joe (Charlotte Gainsbourg). Zij weigert de politie of de ambulance en gaat met hem mee naar huis voor een glas warme melk. De seksverslaafde Joe vertelt haar levensverhaal aan Seligman. Dit verhaal is verdeeld in acht hoofdstukken: vijf in de eerste film en drie in de tweede, gelijk aan het aantal stoten dat ze tijden haar ontmaagding kreeg, (drie van voren en vijf van achteren). In de hoofdstukken volgen we onder andere hoe Joe het verdriet over haar overleden vader wegneukt, hoe haar moederschap mislukt omdat ze elke nacht een sm-meester bezoekt en hoe ze probeert middels therapie van haar verslaving af te komen.

Hoewel von Trier sinds 2011 de pers heeft geprobeerd te mijden, heeft hij sporadisch informatie over Nymphomaniac gelekt. Zo noemde hij dit de eerste film in een nieuwe stijl: het digressionisme. Digressie betekent zoveel als uitweiden, van de hak op de tak springen. Dit digressionisme vertaalt zich in Nymphomaniac als volgt: Joe vertelt dat ze seks had met persoon X en Seligman begint te associëren met vliegvissen, Edgar Allen Poe, de Russisch-orthodoxe kerk of Wagners Ring des Nibelungen. De associaties lijken voornamelijk erop gericht om het intellect van von Trier te etaleren, ofschoon de weetjes niet eens zo bijster obscuur zijn. En als er al iets in Nymphomaniac is dat expliciet in beeld wordt gebracht, dan zijn het wel de associaties. In een scène waarin de jeugdige Joe (Stacey Martin) met vriendinnen een sekte vormt en de slogan ‘mea vulva, mea maxima vulva’ opdreunt wordt een tweeklank op een piano gespeeld. Naast dat Seligman uitlegt dat dit het duivelsinterval is (een afstand van 6 halve tonen, bijvoorbeeld de B tot de F), komt een notenbalk in beeld om het nog eens extra uit te leggen. Zo komt elk digressief dwaalspoortje van von Trier zo overduidelijk in beeld dat er weinig poëtisch meer aan is. Zo is er een scène waarin Joe een triootje probeert te hebben met twee flink geschapen negers, die echter beginnen te bekvechten wie welk gat mag vullen. Op zich een vermakelijke scène, maar vindt von Trier het blijkbaar nog nodig om in de volgende scène Joe aan Seligman te laten vertellen wat we zojuist gezien hebben. Ja, zo kan ik ook wel vier uur volkrijgen.

Weliswaar zijn sommige scènes absoluut de moeite waard. Zo is er een hoofdstuk waarin door een onhandigheidje H. (Hugo Speer) zijn vrouw verlaat om bij Joe in te gaan wonen. Mevrouw H. (Uma Thurman) komt met de koters bij Joe langs om papa nog voor een laatste keer te zien. Thurman toont ijzersterk de machteloze, passieve woede van een vrouw die haar man verliest. De scène is hilarisch en schrijnend tegelijk. In deel twee is er een bloedstollend hoofdstuk waarin Joe, die de grenzen van haar genot steeds verder moet zoeken, op bezoek gaat bij de sm-meester K. Deze rol wordt vervuld door Jamie Bell, beter bekend als het balletdansende achterstandswijkjochie Billy Elliot uit de gelijknamige film. In tegenstelling tot de rol die hem beroemd maakte is Bell hier doodeng met zijn onderkoelde en berekenende spel. Maar uiteindelijk worden alle scènes ruw onderbroken door de overdaad van visuele trucjes en suffe associaties van Von Trier.

Overigens is Charlotte Gainsbourg, die ook een belangrijke rol speelde in de twee voorgaande films van von Trier, goed gecast. Niet enkel vanwege haar ongeaffecteerde acteerstijl, maar ook omdat ze de dochter is van notoire viezerik Serge Gainsbourg, wereldberoemd vanwege het ultieme hijgnummer ‘Je T’aime… Moi Non Plus’ dat hij samen met Jane Birkin zong. Het lied is een eenvoudige maar cynische kijk op liefde: de vrouwpersoon zegt van de man te houden, maar de man wil of kan haar niet geloven. Precies diezelfde thematiek lijkt een rode draad door Nymphomaniac, zij het nu vanuit het perspectief van de vrouw (of beter gezegd: vanuit het perspectief van een man, maar geprojecteerd op een vrouw). Het onvermogen om liefde te accepteren drijft Joe tot haar genotszucht – lust om gevoelens te verdrijven. Wanneer deze thematiek wordt aangesneden, is de film op zijn sterkst en een inhoudelijk logische opvolger van Antichrist en Melancholia. Serge Gainsbourg had echter geen Dan Brown-achtige uitspattingen over de Fibonacci-reeks of Valeria Messalina nodig om zijn boodschap te verkondigen.