Doorgaan naar artikel
Kankerlijers
Daniël Steneker
Daniël Steneker
Profiel

Conclusie

Mannetjesputters Nick en Olivier en de schuchtere Iwan proberen, ondanks de kanker, nog iets te maken van hun verblijf op de afdelings. De hoofdemoties waar de film zich op richt zijn dan ook niet medelijden of verdriet, maar eerder hoop en kracht. Cinematografisch is het een soms wat krakkemikkig vehikel om de radiovriendelijke raps van Diggy Dex weer aan de man te brengen, maar het bescheiden script en spel maken dat Kankerlijers toch een warme tienerfilm is geworden.

Een film die zich centreert rond een groep puberende kankerpatiënten moet waken voor enerzijds oversentimentalisme en anderzijds respectloze galgenhumor. Kankerlijers van Lodewijk Crijns weet gelukkig een aardige balans te vinden.

De onstuimige werktitel was Groeten van de Chemo, maar producent Big BosBros besloot de nog minder subtiele titel Kankerlijers te gebruiken. Hebben we hier te maken met een provocerende marketingtruc? De Spaanse film waarvan Kankerlijers een remake is heet namelijk gewoon Planta 4A (verdieping 4A). Wellicht, maar in het Spaans wordt dan ook niet met kanker gescholden. De hoofdrolspelers refereren tevens aan elkaar als kankerlijers. Tja, het is bot, maar wellicht een overlevingsmethode.

Nick (Massimo Pesik), Olivier (Gijs Blom), Iwan (Jasha Rudge) en Peppie (Ramon Verkooijen) zijn vier kwajochies die op de afdeling kinderoncologie kattenkwaad uithalen. Ze racen door de ziekenhuishallen, laten zuster Esmée (Nicolette van Dam) voor niets optrommelen en sluipen stiekem naar de technische dienst, waar ze met Alfredo (Maurits Delschot, ook bekend als rapper Nega) een stickie roken en wat rappen. Naast kanker hebben ze ook nog zo hun eigen problemen, zo ziet Nick zijn vader nooit en weigert Olivier aan de chemo te gaan omdat hij dan weer zijn haar verliest en dagenlang ligt te kotsen. Peppie verdwijnt op een goede dag naar de chemokamer, maar zal hij ooit terugkeren? Dan komt op een dag Gina (Vera van der Horst) op de kamer van Iwan liggen. Ze moet in het begin niets van de hormonale pubertjes hebben, maar na enige tijd merkt ze dat deze jongens het verblijf in het ziekenhuis toch wat aangenamer maken. Olivier raakt op zijn beurt verwikkeld in een affaire met het anorexiapatiëntje Daphne (Sem de Vlieger). Met z’n allen proberen ze het lijden in de ziekenhuisvleugel een beetje draaglijk te maken.

Toegegeven, het plot klinkt een beetje Carry Slee. Ook heeft de cinematografie een hoog Telefilmgehalte en is de soundtrack een wanhopige poging tot een comeback voor Diggy Dex – je weet wel, die kerel die in 2009 ‘Dat is wat ik zei tegen haar’ rapte terwijl Eva de Roovere in zwoel Vlaams ‘Slaap lekker’ zong. In het begin voelt de straattaal ook wat geforceerd aan. Toegegeven, Kankerlijers is dus verre van een perfecte film die zich ook nog eens op een vrij specifieke groep richt: jongeren (ongeveer tussen de 12 en 16) die enige affiniteit met de ‘straat-‘ of beter gezegd nederhopcultuur hebben. Maar ondanks zijn tekortkomingen, en ondanks dat sommige van de jochies mettertijd ook gewoon etterbakjes zijn, werkt de film uiteindelijk wel.

Waar het ‘m in zit? Waarschijnlijk is het de energie en de natuurgetrouwheid van de jeugdige acteurs (voor de meesten is dit het speelfilmdebuut). Een tienerfilm over kanker, waarbij vrienden sterven en de emoties hoog oplaaien, kan natuurlijk niet geheel sentimentloos blijven, maar de sentimentaliteit is tot spaarzame momenten beperkt en is niet storend. Verder speelt de film in op puberse rebellie tegenover de ziekenhuisdirectie, die niet veel verschilt van het sparren met concierges en conrectors op de middelbare school. Als volwassene zou je zeggen dat deze jongens misschien eens een tik op de vingers moeten krijgen – rolstoelraces zijn voor de andere patiënten ook niet bevorderlijk – maar het rebelse gedrag past bij de doelgroep waar de film zich op richt.

Mannetjesputters Nick en Olivier en de schuchtere Iwan proberen, ondanks de kanker, nog iets te maken van hun verblijf op de afdelings. De hoofdemoties waar de film zich op richt zijn dan ook niet medelijden of verdriet, maar eerder hoop en kracht. Audiovisueel is het een soms wat krakkemikkig vehikel om de radiovriendelijke raps van Diggy Dex weer aan de man te brengen, maar het bescheiden script en spel maken dat Kankerlijers toch een warme tienerfilm is geworden.