Doorgaan naar artikel
VPN op je gadgets gebruiken
NWTV-redactie
NWTV-redactie
Profiel

Tegenwoordig hebben we steeds meer gadgets in huis. De tijd dat de tablet of de smartphone de enige gadget was, is allang niet meer. Slimme huizen met bijvoorbeeld een slimme speaker, slimme verlichting en zelfs een slimme thermostaat worden steeds populairder. En wat te denken van de smartwatch om de pols? Al deze gadgets zijn potentieel kwetsbaar.

Gadgets en privacy: niet echt een goede combinatie

Gadgets worden gemaakt door grote fabrikanten die er alle voordeel bij hebben om hun gebruikers te volgen. Dat doen ze dan ook massaal. Apple, Facebook, Google, Amazon; allemaal volgen ze de gebruiker. De verzamelde gegevens gebruiken ze om hun producten te verbeteren of om door te verkopen aan derden. Deze derden zijn vaak advertentie-, en marketingbedrijven.

Google heeft bijvoorbeeld al eens een miljardenboete moeten betalen omdat het niet zorgvuldig omging met de gegevens van gebruikers. Dat terwijl Android, beheerd door Google, wel een veel gebruikt besturingssysteem is.

Apple kreeg ook al eens een tik op de vingers omdat klanten niet goed beschermd werden. Dat zet toch aan het nadenken, met een Apple Watch om de pols of een Google Home Speaker in de kamer: wat weten deze bedrijven van hun gebruikers?

Onze gadgets worden steeds belangrijker

Onze gadgets worden steeds belangrijker. Vandaag de dag doen we alles via internet. Een muziekje luisteren doen we door naar onze slimme speakers te roepen wat we willen horen, we zetten onze verlichting aan via de Home Kit en we gebruiken apps om onze slimme verwarming in te stellen. We kunnen echt niet meer zonder internet.

Tegelijkertijd kunnen cybercriminelen daar ook misbruik van maken. Slecht beveiligde netwerken worden doelwit van kwaadwillenden. Zo kunnen ze bijvoorbeeld pakketjes onderscheppen met gevoelige data erin. En de grote techreuzen kunnen iedere beweging volgen. Dit is tegen te gaan door een Virtual Private Network (VPN) te gebruiken.

Een VPN gebruiken: zo doe je dat

Een VPN versleutelt alle data op het netwerk. De data wordt door een beveiligde tunnel gestuurd, waardoor het onleesbaar wordt. Zelfs als cybercriminelen de data onderscheppen, hebben ze er niets aan. Tegelijkertijd krijgt de gebruiker van een VPN een ander IP-adres. Dit heeft als voordeel dat cybercriminelen en techbedrijven de locatie van de gebruiker niet of moeilijk kunnen achterhalen. Meestal wordt namelijk het IP-adres gebruikt om de locatie te bepalen. Een VPN-aanbieder heeft vaak een server in het buitenland, waardoor er bijvoorbeeld Canada als locatie wordt aangegeven, terwijl de gebruiker zich daadwerkelijk in Nederland bevindt.

VPN’s zijn relatief makkelijk te gebruiken. Voor smartphone, tablets en smartwatches is het zo simpel als het afnemen van een abonnement bij een premium aanbieder en het installeren van de meegeleverde software, zoals apps. Met de app kan meteen met de VPN verbonden worden.

Iets lastiger (maar niet onmogelijk) wordt het om een geheel netwerk te beveiligen. Dit kan worden gedaan door een VPN op de gebruikte router toe te passen. Dit kan ingesteld worden door naar de instellingen van de router te gaan, en op zoek te gaan naar de ‘VPN’-functionaliteit. Eenmaal gevonden komt een veld met instellingen tevoorschijn. Vul de gevraagde gegevens in. Deze gegevens kunnen worden gevonden bij het account van de VPN-aanbieder. Door ze handmatig over te nemen, wordt een verbinding tot stand gebracht met de VPN-aanbieder. Alle data over het netwerk wordt dan door de beveiligde VPN-tunnel gestuurd. Zo wordt het internet een stuk veiliger en meer anoniem.