Doorgaan naar artikel
King’s Bounty II
Rutger Engel
Rutger Engel
Hoofdredacteur
Profiel

Conclusie

De eerste uren van King's Bounty II zijn veelbelovend. Er zijn de nodige, kleine dingen waar we onze vraagtekens bij zetten, maar over het algemeen lijkt het te gaan om een RPG met een geweldige open wereld.

King’s Bounty is een absolute legende als het gaat om de westerse turnbased-RPG. Sinds 1990 zijn er héél veel games geweest die dit spel als basis hebben gebruikt, de meest beroemde daarvan is Heroes of Might & Magic. We hebben met de eerste uren van King’s Bounty II aan de slag mogen gaan om alvast te kijken of dit een nieuw stukje geschiedenis gaat worden.

In King’s Bounty II ga je op avontuur in de wereld van Nostria. Je begint in een gevangenis, waar je (wel of niet terecht) vastzit. Gelukkig word je op vrij rustige wijze losgelaten op verzoek van de koning en begint jouw grootse verhaal wanneer je de gevangenis verlaat met een kleine troep soldaten.

In de game loop je door een open wereld, praat je met allerlei mensen om meer over het verhaal te leren, voltooi je quests en ga je beurtelingse gevechten aan. Voor een gevecht selecteer je een aantal troepen en zet je die neer op een speelveld dat is ingedeeld in vakjes. Je kent het systeem inmiddels vast wel: elke eenheid kan om de beurt een aantal stappen zetten en aanvallen of een speciale vaardigheid gebruiken.

Genoeg uitleg, hoe is King’s Bounty II in de eerste paar uur? Het is vrij raar, het is een game die duidelijk de ambities van een gigantisch grote RPG heeft, maar niet altijd het budget ervoor beschikbaar heeft. Zo is het schrijfwerk fantastisch en brengt het ongelooflijk veel kleur naar de wereld van Nostria, maar voelt het stemacteerwerk regelmatig houterig aan. De introductie is traag en soms zelfs een beetje saai, maar al vrij snel kom je nevenmissies tegen waardoor je je in een grootse RPG als The Witcher 3 waant. Zo kan je, als je niet direct naar de hoofdmissie gaat, in het eerste gebied een klein dorpje tegenkomen. Het is een spookstad met helemaal geen inwoners, maar je kan in verschillende huisjes brieven vinden die je beetje bij beetje vertellen wat er gebeurd is. Vervolgens vind je een pratend skelet, een overgebleven tovenaar die graag ervoor wil zorgen dat het dorp weer bewoonbaar wordt voor de nakomelingen van de oorspronkelijke inwoners. Hij heeft hier wel jouw hulp bij nodig. Het is een klein verhaaltje en met een halfuurtje of minder ben je er klaar mee, maar het is ongelooflijk sfeervol hoe een beeld wordt geschetst van de geschiedenis van een plek en wat je kan doen om de toekomst te helpen.

Deze tovenaar kan jou vervolgens helpen door wat van de oude inwoners van het dorp tot leven te wekken om zo een paar skelettentroepen aan je leger toe te voegen. Het is een toffe beloning en we hopen vooral dat er héél veel meer van zulk soort optionele quests in de game zullen zitten. Ze geven de wereld een uniek gevoel en dat is uiteindelijk toch een van de meest belangrijke elementen van een openwereld-RPG.

We zullen heel eerlijk zijn en zeggen dat we nog niet zo goed weten wat we van de gevechten moeten vinden. Sommige gevechten voelen intens en ook niet al te makkelijk aan, maar bij veel gevechten is het vanaf het begin wel duidelijk hoe je moet winnen en voelt het meer alsof je een paar keer dezelfde handelingen moet herhalen voordat je ook daadwerkelijk de overwinning kan claimen. We verwachten vooral dat je later in het spel héél veel verschillende troepen tot je beschikking zal hebben met een boel verschillende eigenschappen en ook zal jouw personage veel spreuken kunnen gaan gebruiken. We wachten dus rustig de volledige versie af om echt over dit onderwerp te oordelen.

Het spel lijkt soms wat ongepolijst en dat heeft (waarschijnlijk) alles te maken met het budget. Het zijn vooral dingen die opvallen met extra testrondes en vooral met veel meer tijd voor QA (Quality Assurance) opgelost worden. Zo reis je vooral door de wereld op een paard, maar elke keer dat je een interactie met een voorwerp wilt uitvoeren, denk aan het openmaken van een schatkist, moet je van je paard afgaan. Dit kost elke keer best veel tijd en je camera verandert zoveel van invalshoek dat je er bijna misselijk van wordt als je dit continu blijft doen. Het is maar een minuscuul punt, maar als je tientallen uren door een wereld reist kan het net heel vervelend worden.

De eerste uren van King’s Bounty II komen met hele sterke punten en met punten waar we voorlopig nog even onze vraagtekens bij zullen plaatsen. Het schrijfwerk is fantastisch en we hebben al een paar geweldige quests mogen voltooien die je gewoonweg van de wereld laten houden. Aan de andere kant zijn er nog wat kleinere dingen waar het budget een rol lijkt te spelen, zoals het stemacteerwerk en af en toe gebrek aan een nettere afwerking. Al met al zijn we wel enthousiast geworden van de preview en hopen we vooral dat ons eind augustus een magisch avontuur te wachten staat.