Doorgaan naar artikel
Recensie: Kon-Tiki
Rick Hoving
Rick Hoving
Profiel

Noorwegen komt met een nieuwe film die ditmaal vooral op de internationale markt is gericht. Kon-Tiki vertelt het verhaal van de grote prestatie van Thor Heyerdahl om met een vlot de Stille Oceaan over te steken. De film heeft soms meer weg van een reclamespot voor de Noor dan de rauwe stijl die we van de Noren zijn gewend.

Videorecensie

Recensie

Kon-Tiki is het bekende verhaal van de avonturier Thor Heyerdahl. Zijn reis vond plaats in 1947. Hij maakt er een documentaire over, die een Oscar won. Deze film is de fictieve en gedramatiseerde versie van die documentaire. Regisseur Joachim Rønning heeft zichzelf wat vrijheid gegund als het gaat om feitelijke correctheid betreft gebeurtenissen en personages. De opvarenden zijn toch al allemaal dood, dus ze kunnen er weinig nog aan doen. Kon-Tiki is overigens opgenomen in het Noors en in het Engels, dat laatste om een internationaal publiek aan te spreken. Het is heden ten dage de duurste productie van Noorwegen ooit.

Het vikingen-bloed gaat waar het niet kruipen kan
Thor Heyerdahl (Pål Sverre Valheim Hagen) is een ethnograaf en avonturier die wil bewijzen dat de inwoners van Polynesië (de eilandjes in de Stille Oceaan) niet uit Azië komen maar uit Latijns-Amerika zijn gekomen. De reden hiertoe zijn de gelijkenissen in beelden, vruchten op de eilanden die oorspronkelijk uit Latijns-Amerika komen en de folklore van de Polynesiërs zelf. Zijn theorie wordt afgewezen, want geen volk in Latijns-Amerika had destijds de boten om zo’n lange afstand te varen. Heyerdahl besluit met vijf anderen, zonder enige zee-ervaring, een vlot te bouwen en via de oceaanstromingen vanuit Peru naar Polynesië te varen.

Weinig Noors aan
Doordat Kon-Tiki zich richt op de internationale markt mag het weinig verbazen dat het vooral op een Hollywood-film lijkt. De beeldtaal is vaak een directe kopie van standaards die we gewend zijn uit grote blockbusters. Daar moet wel bijgezegd worden dat de film op open zee is geschoten en niet op een set. Er zijn prachtige scènes in Kon-Tiki te vinden, zonder het overgrote deel van het geld aan een geanimeerde tijger uit te geven (zoals in Life of Pi). De storm, aanvaring met een walvishaai, de prachtige zonsondergangen en bloeddorstige haaien die hun vlot omcirkelen zijn allemaal even spectaculair.

Toch kan dit niet verbloemen hoe clichématig Kon-Tiki is opgebouwd in beeld en verhaal. Het zou minder erg zijn als het niet zo duidelijk was dat Rønning kopieert. Alsof hij een boekje heeft gelezen hoe een film te schieten en te monteren om een Amerikaans publiek tevreden te stemmen. Daar bovenop is nog eens de onnodige dubbele opname in zowel Noors als Engels. Helaas is de film in Nederland te zien in het Engels. Jammer, want acteurs in hun moedertaal komen altijd natuurlijker over.

Desalniettemin werkt het allemaal wel. Acteurs komen ondanks dat ze hun tweede taal spreken goed uit de verf, de shots zijn plezierig om naar te kijken en ja, zelfs de oneliners voelen op hun plaats in Kon-Tiki. Hoewel Heyerdahl snel begint te vervelen na het zoveelste “Geloof in Tiki”. Het is alleen zo zonde dat Rønning niet van de kracht uitgaat die de Noorse filmindustrie momenteel zoveel goeds doet. Kon-Tiki voelt glad aan, waarbij alles dusdanig is opgepoetst totdat er niets meer als echt aanvoelt. Dat het verhaal dan wel daadwerkelijk is gebeurd, maakt het haast een paradoxale beleving. Kon-Tiki put zijn intensiteit uit dat ongelooflijk spannend waargebeurde verhaal, waardoor het haast weinig fout kan doen.

[one_half] [/one_half][one_half_last] [/one_half_last]

Blond haar en blauwe ogen
Wat vooral Noors is gebleven zijn de personages, zelfs Anders Baasmo Christiansen die een Duitse zakenman moet voorstellen. Blond haar, blauwe ogen, robuuste baarden en strakke lichamen vullen het scherm in overvloed: een visitekaartje voor de Noorse man. Het Ariër-gehalte wordt wel heel exuberant naarmate de film vordert. De personages zijn om ze toch te kunnen onderscheiden tot extremen gedegradeerd. Heyerdahl is een wat sullige, maar vastberaden avonturier (“Geloof in Tiki!”) en de rest van zijn kornuiten vallen onder de noemer laf en dik, stil en sterk, jolig en loyaal, et cetera. Kon-Tiki mist échte dialogen en échte interactie tussen de personages. Als ze praten, bevestigt het slechts wat je als kijker al denkt of weet van het personage.

Kon-Tiki is een film die het beste wegkijkt wanneer er niet al te veel over na wordt gedacht. Het verhaal is op zichzelf zo imponerend dat de vorm er haast niet meer toe doet. Jammer genoeg is het wat onnozel hoe de film in die vorm wordt gegoten. Kon-Tiki is zeker weten een voortzetting van het succes van de Noorse filmindustrie, maar niet op de manier waarmee ze momenteel groot zijn.