Doorgaan naar artikel
Impressie: Ray Donovan
Pim van den Berg
Pim van den Berg
Profiel

Ray Donovan is het nieuwste mannenvehikel van Showtime. De gelijknamige hoofdpersoon verdient zijn centen door dingen te ‘regelen’ voor de jetset van Hollywood.

Laat het gelijk duidelijk zijn: Ray Donovan is saai, afgezaagd en onbezield. De serie speelt zich af in het inmiddels weinig inspirerende LA, met name de Hills en Hollywood. Donovan mengt zich naadloos met de rijke successen van de stad, maar is zelf te duister en te bruut om er een onderdeel van te zijn. Wanneer een populaire basketbalspeler in bed ligt met een dood (en zichtbaar topless) meiske, die het leven liet door een overdosis, is Donovan de man om te bellen.

Donovan, star, saai en emotieloos gespeeld door Liev Schreiber, is niet zozeer een volwaardig personage als wel een bundel clichés. Hij is een onverklaarbaar (wie valt er op een stille, emotieloze bruut?) onweerstaanbare man die nog wel eens vreemd wil gaan (Hank Moody), wiens slechte gewoonten en werk in de weg zitten van zijn gezinssituatie (Hank Moody), desalniettemin bijzonder lichtgeraakt is wanneer iemand zijn familie bedreigt (Hank Moody), een beetje door de duurdere buurten van LA scheurt (Hank Moody) en mannelijk contact altijd terugbrengt tot een wedstrijdje piemelmeten (Hank Moody).

Maar van de andere personages valt ook niet veel te verwachten. Als eerste is Jon Voight binnengehaald als obligate ster om het eerste seizoen wat prestige te verlenen, zoals Kevin Spacey dat doet bij House of Cards, of Sean Bean in Game of Thrones. Maar zijn rol als Ray’s vader, een manipulatieve en vechtlustige Ierse migrant (uit Boston, waar anders) krijgt niet bijzonder veel ruimte om te bloeien. De overige personages hebben evenmin karakter: het houterige, knullige script maakt iedereen onnodig grofgebekt (zelfs de kinderen) en contactgestoord. Een dialoog aangaan met de mensen die je licht of zwaar gekrenkt hebben is in Donovanland uit den boze: laat liever je vuisten spreken of storm weg. De enige (gepoogde) humor komt van lachen om (joodse) kneuzen en een halfbroer van Ray wiens enige grappige wapenfeit zijn donkere huidskleur is.

De grootste zonde die Ray Donovan begaat is dat de serie perfect past in een traditie van patriarchale vertellingen, waar mannen in een hiërarchische structuur allemaal op gewelddadige wijze een tafeltje dichter bij het buffet zoeken (The New Yorker duidde dit helder in een indruk van Game of Thrones). Ray Donovan doet niets om te ontsnappen aan het afgekloven thema van boze mannen die elkaar het liefst op de bek willen slaan voor geld en macht. En tot overmaat van ramp zijn vrouwelijke personages zeldzaam, vaak labiel en in dienst van de mannen.

Als de serie nog op interessante wijze gefilmd zou zijn, viel er misschien nog iets te doen tijdens de slechte dialogen, lompe personages, afgezaagde thema’s en testosteronporno. Maar nee, de nagel in de doodskist van Ray Donovan zijn de lange, trage, dode shots die maar geen vaart lijken te brengen in het geheel. De eerste afleveringen worden afgesloten met sentimentele montages die gewichtigheid proberen toe te kennen die er niet is. Alleen hier klinkt wat slappe vioolmuziek, verder gaat de serie vrijwel zonder enige muziek aan het gehoor voorbij. Er is werkelijk niets zaligmakend aan deze ellende.


Alsof Ray Donovan opzettelijk Einsteins theorieën over de relatieve verloop van tijd wilde beproeven, zijn dit de langste vijftig minuten per aflevering ooit beleefd: Ray Donovan is werkelijk zó saai. Het schrijfwerk is ondermaats en ongeëmancipeerd, de regie is suf, het acteerwerk is star, en het idee is uitgekauwd. Ray Donovan is werkelijk overbodig.


Al je vrienden zijn op vakantie en jij blijft achter met een gebroken voet, vastgekluisterd aan een ziekenhuisbed voor een televisie die op HBO staat. De afstandsbediening is van het nachtkastje gevallen en de zuster zit even op het toilet, waardoor je hulpkreten op dovemansoren vallen. Óf je houdt van Wietske van der Pols uitstekende ondertitels.