Doorgaan naar artikel
Soof
Daniël Steneker
Daniël Steneker
Profiel

Conclusie

Waar Witteman schrijft voor de Volkskrant, wordt Soof mede mogelijk gemaakt door RTL en De Telegraaf. Dit uit zich, naast de cameo’s van BN-ers als Joop Braakhekke en Olcay Gulsen, in de onderliggende ideologische boodschap. Tussen alle vrolijke gevatheid door werkt het script toch toe naar een lofzang op het gezinsleven, al brengt dit niet het grote meeslepende leven waar we soms van dromen. In de wat rommelige finale vieren alle personages op de klanken van “Don’t Leave Me This Way” van The Communards dat het gezin de hoeksteen van de samenleving is. Het is Balkenende op een skateboard, maar dan voor veertigers.

Wie als groentetaart wordt geboren, wordt nooit een gekarameliseerde eendenborst. Met de nodige luchtigheid laat Soof ons weten dat het gezin de hoeksteen van de samenleving is.

Al jaren schrijft Sylvia Witteman columns voor De Volkskrant. Eerst louter culinair, maar na verloop van tijd ook over het dagelijks leven als getrouwde vrouw en moeder. Met verve beschrijft ze zowel de sleur als de schoonheid van alledag. Deze columns vormen losjes de inspiratie voor Soof van Antoinette Beumer (Loft, De Gelukkige Huisvrouw), maar de observaties van Witteman worden gekaderd in een verhaaltje met een knusse CDA-moraal.

Het is natuurlijk ook niet eenvoudig: hoe verwerk je verschillende columns, die onderling geen heldere rode draad volgen, in een lopend verhaal? Scenariste Marjolein Beumer koppelde alles in een simpel, maar niet bijster origineel plot. Hierin is Soof (Lies Visschedijk) een huismoeder die voor haar puberdochter en een jongenstweeling zorgt en tevens een klein cateringbedrijfje runt. Man Kasper (Fedja van Huêt) heeft een drukke baan op de Zuidas. Op een van de gelegenheden waarbij Soof catert komt ze de flirtende choreograaf Jim (Dan Karaty) tegen, die haar aan grotere cateringklussen helpt. Kasper neemt een sabbatical om voor het huishouden te zorgen, zodat Soof zich volledig op haar bedrijfje kan richten. Terwijl hij voornamelijk in het huis aan het klussen is, breekt Soof dankzij de hitsige Jim door in het jetset-wereldje. De nieuwe verhoudingen doen het eens zo gelukkige gezin geen goed.

De filmposter is een overduidelijke knipoog naar American Beauty (Sam Mendes, 1999): Lies Visschedijk baadt in de rode groenten zoals Mena Suvari rond de millenniumwisseling in een bad vol rozen lag. Tevens start de film met een reflectieve voice-over en is de muziek van REC Sound bij tijd en wijlen enigszins afgekeken van het timbrale minimalisme van Thomas Newman – al werkt dit beter dan de popliedjes van onder andere Van Velzen en Marco Borsato. Op andere momenten doet de charmante slonzigheid van het titelpersonage weer denken aan een getrouwde Bridget Jones, al is het maar vanwege de uiterlijke gelijkenis tussen Soof en Bridget. Maar bovenal is het een typisch Nederlandse huisvrouwenkomedie, met die kenmerkende ‘gevatheid’ en een pandemonium aan bekende Nederlanders.

Visschedijk en van Huêt zijn geloofwaardig als koppel dat vecht tegen de sleur en de vermoeidheid. Karaty acteert als een zeem, maar dat is eigenlijk wel aandoenlijk. Irritanter zijn de ‘komische’ bijpersonages: de vermoeiende entourage van het huishouden bestaat uit yoga-oma Hansje (Anneke Blok), de klungelige buren (Alex Klaassen en George van Houts) en schuinemoppentapper Gerrit (Dick van Toorn). Stuk voor stuk zijn deze rollen eerder pijnlijk dan vermakelijk. Jammer, want het spel van de hoofdrolspelers is daar waar nodig wel humoristisch.