Doorgaan naar artikel
Verslag: Le Guess Who? – zondag
Daniël Steneker
Daniël Steneker
Profiel

Daniël en Pim zijn dit weekend bij het populairste obscuurste festival Le Guess Who?, bij verschillende podia in Utrecht. Dit waren onze bevindingen. Je hebt ze vast nog niet gehoord.

Op de dag des Heeres was de programmering van Le Guess Who? wat rustiger dan de voorgaande drie dagen. EKKO, Rasa, dB’s en Vredenburg Leeuwenbergh boden een middagprogramma; in de avond kon de festivalganger enkel bij de beide Tivoli’s terecht. Kon dit kleinere programma opwegen tegen de geweldige eclectische mix van de zaterdag? Het programma met uiteenlopende muziek uit de Berlijnse wijk Kreuzberg in de dB’s heb ik gelaten voor wat het is: niet uit desinteresse, maar het ligt zo uit de route. Derhalve begon mijn zoektocht naar het antwoord op bovenstaande vraag bij Theo Verney in de EKKO. Hoe Hollands zijn naam ook klinkt, het gaat hier toch echt om een gitarist uit Brighton. Samen met zijn bassist en drummer maakt hij volgens de programmamakers ‘fuzzy psychedelic rock’ – ‘psychedelic’ is samen met ‘garage’ het modewoordje in de programmering van dit jaar. Volgens mij betrof het hier gewoon grunge: zware, Sabbath-achtige riffs met een alternatieve insteek. Het powertrio speelde niet verkeerd, maar spannend of vernieuwend was het ook niet. Zij werden opgevolgd door hun stadsgenoten van Traams: tevens een trio, met monotone bas op elke achtste van de maat en nerveuze zang van de frontman. Na nog niet echt onder de indruk te zijn geraakt na drie nummers, besloot ik mijn culturele horizon te verbreden in Rasa.

In het wereldmuziekpodium begon Terakaft, een in de Malinese nomadenmuziek gewortelde band. De twee Malinese leden van de band, beiden gitarist en zanger, waren dan ook in traditionele klederdracht gekleed, wat contrasteerde met de suffe zwarte kledij van de ritmesectie. De Malinese woestijnblues heeft vaak een merkwaardige shuffle, wat samen met de gezangen een exotisch en vervreemdend effect geeft. Soms wordt de muziek plots nog dansbaar, dan worden de ritmes weer vrij complex. Hoewel interessant, weet deze typische Rasa-muziek niet het gehele optreden lang te boeien: daarvoor was het soms iets te eentonig. In het laatste kwartier toog ik dus naar Vredenburg Leeuwenbergh, alwaar de ‘dark pop’ van Moonface ten gehore werd gebracht. De oude kerk was helemaal afgeladen: naast de vele zitplaatsen was ook het gangpad bezet met toeschouwers. Dit soloproject bestond uit Canadees Spencer Krug die op een vleugel uiterst melodramatische mineurmuziek op het publiek afvuurde. Hoewel de muziek paste bij de locatie, was deze wellicht iets te pathetisch en spoedde ik mij huiswaarts om mij tegoed te doen aan de resterende hutspot van de vorige avond.

Om zeven uur hervatte ik mijn reis, vergezeld door Pim, in de Rasa met Mad Professor. De beste man had zelfs een eigen voorprogramma in zijn act ingebouwd: voordat hij het podium betrad mocht een van zijn protegés een plaatje draaien. Toen de hoogleraar zelf het podium betrad, begon hij de geluidjes uit zijn dj-set te testen om ons vervolgens te melden dat hij ons crazy ging dubben. Dit hield in dat hij samen met twee mc’s iets te stereotypes moppies als ‘Take a Trip around Africa’ en ‘Love is the Answer’ te berde bracht. Had de professor in het holst van de nacht in een loods gedraaid, dan was deze set misschien nog een succes geweest. In de Rasa was het echter een beetje flauw. Het was echter altijd beter dan Damian Jurado, de Amerikaanse singer-songwriter die in Tivoli Oudegracht zijn set aan droeve simplistische pop de zaal injoeg. Hoewel Jurado uiterst nonchalant en relativerend deed over zijn treurige liedjes, moest de bar wel gesloten blijven tijdens het optreden en stonden her en der bewakers in de zaal om de stilte te waarborgen. Dit totalitaire concertregime lijkt een teken dat Jurado zelf ook niet al te zeker is over zijn eigen muzikale kunnen: aandacht moet je verdienen, niet afdwingen. Twee potige kerels uit de Baltische staten verwonderden zich na afloop dat de barren niet met geweld wereld opengebroken tijdens het concert. Blijkbaar was de muziek dusdanig lethargisch dat het elke vorm van activisme in de mens doofde.

Waarom we dan niet naar de Helling gingen? We vreesden dat we dan de Oudegracht niet binnen konden komen bij headliner Yo La Tengo. De band maakt al zo’n vijfentwintig jaar eclectische popmuziek die laveert tussen Velvet Underground-achtige gitaarherrie en vredige, harmonische pop. Jammer is dat de gitaar van Ira Keplan wat zacht staat, zodat zijn virtuoze mishandelingen van het instrument niet altijd helemaal tot hun recht komen omdat de ritmesectie overheerst. Ook is de zang in het begin niet altijd even zuiver. Dit neemt niet weg dat er veel mooie momenten in het concert zitten. De set kent zowel oud als nieuw materiaal, al klinken klassiekers als ‘Autumn Sweater’ en ‘Moby Octopad’ live een stuk minder fijn dan op plaat. Ook is de band niet echt leuk om naar te kijken: allen zijn zeer geconcentreerd maar daardoor ook weinig enerverend. Desalniettemin is het duidelijk dat het hier om gedegen musici gaat, als is Yo La Tengo wellicht iets te routineus zijn geworden.

Een poging om naar het nachtprogramma in Tivoli de Helling te gaan mislukte: het was welhaast onmogelijk om de zaal binnen te komen. Derhalve heb ik slechts van buiten de muziek van Wooden Shjips kunnen beluisteren. Vanaf die plek was de texturele finesse niet tot zijn recht: ‘one of the most important and celebrated psychedelic bands of the moment’, aldus het boekje, leek nogal ondynamisch effecten los te laten op twee akkoorden of een riffje. Wellicht klonk het in de zaal spectaculairder.

Zo kwam weer een einde aan deze editie van Le Guess Who?, met zaterdag als absoluut hoogtepunt. Het was (soms té) druk, ook al scheen het festival niet uitverkocht te zijn, maar altijd knus. Zolang de bar open blijft, in ieder geval.