Doorgaan naar artikel
Man of Steel
Pim van den Berg
Pim van den Berg
Profiel

Conclusie

Het is lastig om een Hollywood-blockbuster met torenhoge productiewaarden af te vallen: de film hoeft niet meer te zijn dan makkelijk spektakel. Maar Man of Steel is echt niet meer dan dat. Snyder en Nolan maakten een Michael Bay-film met pretenties, en dat maakt het alleen maar erger. Op de vraag waarom de film in 3D is, kan geen antwoord gegeven worden. Man of Steel is je geld niet waard.

Regisseur Zack Snyder en producent Christopher Nolan sloegen de handen ineen voor Supermans nieuwste verfilming. Is de top van de superheldenfilm bereikt?

Man of Steel vertelt wederom het verhaal van Kal-El, een baby die geboren is op de verre planeet Krypton en vlak voor de verwoesting van zijn wereld door zijn ouders naar de aarde wordt gestuurd. De baby wordt gevonden door de kindloze Kents, die hem de naam Clark geven en als hun eigen zoon opvoeden. Clark merkt al snel dat hij niet is zoals de anderen, want hij kan vliegen, is nagenoeg onsterfelijk en schiet naar believen hittestralen uit zijn oogballen. In zijn (veelbetekenende) 33e levensjaar wordt de aarde geteisterd door een dreiging uit de ruimte: Clarks buitenaardse soortgenoten onder leiding van de starre, conservatieve Genraal Zod. Zod heeft door ballingschap toevalligerwijs de verwoesting van Krypton overleefd en wil nu de aarde kwaadschiks als nieuwe thuisplaneet claimen. Het is aan mensensympathisant Clark Kent, in zijn gedaante als Superman, om de slechte Zod te stoppen.

Het verhaal van Supermans oorsprong is al vele malen verteld en ook in Man of Steel is er niks nieuws onder de zon. Doordat de nadruk ditmaal meer ligt op Kryptons bewoners en hun geavanceerde technologie, neigt de film sterk naar sciencefiction. Krypton is afgeladen met ruimteschepen, bizarre wezens en energiewapens. De Avatar-achtige, bombastische aanpak maakt Supermans bestaan op aarde in vergelijking bijzonder nietig. Man of Steel neemt geen moment rust om een zo’n flitsend mogelijk effectstravaganza te introduceren.

Hoewel regisseur Zack Snyder (Watchmen) en producent Christopher Nolans (Batman) samenwerking voor een superheldenfilm hoge ogen gooit, wordt hier de plank volledig misgeslagen. Man of Steel is een uitputtende marathon van effecten die alle aandacht opeisen, waarnaast het onlogische plot uitgekleed blijft (Waarom is Zod zo kwaadaardig? Waarom gingen Kal-Els ouders niet gewoon zelf naar de aarde? Alles wordt weggewuifd met abstract geneuzel.) en de personages nietszeggend. Henry Cavill is een charmante Superman, met zijn scherpe gelaatstrekken, maar van duidelijke karaktereigenschappen zijn geen sprake. Hetzelfde geldt voor Lois Lane (Amy Adams), een toevoeging aan de film in naam alleen, en Zod (Michael Shannon), die duidelijk te lijden heeft onder het totale gebrek aan duidende dialoog. Alle mogelijke manieren tot verhouding met het publiek worden verdrongen door de nadruk op visueel spektakel.

En daar zit de grootste kwaal van deze film, en vele anderen van onze tijd. Zonder dat er afgevraagd wordt wat het nut is van talloze digitale explosies, neerstortende vliegtuigen en helikopters, ruimtelasers en kogelregens (die allemaal duidelijk uit de computer komen), worden films erin verzopen. Er ontstaat een sterke spanningsinflatie. Er gebeurt zo belachelijk veel op het scherm, met in elke hoek een kolossale explosie, dat op een gegeven moment de vraag wordt: hoeveel instortende gebouwen is voldoende?

Dit alles wordt op rommelige wijze gefilmd. Zelfs in de rustigere scènes is vrijwel alles vanuit een bevende, losse pols geschoten. Snyder imiteert zonder gêne de stijl van J.J. Abrams met veelvuldig gebruik van lens flares en snelle zooms op bewegende objecten in de ruimte. De claustrofobische shots laten naast wat stijve gezichtsuitdrukkingen niet veel anders zien. Met Watchmen liet Snyder al zien dat hij meester is van de valse belofte: de ernstige, oerserieuze aanpak impliceert een diepere betekenis die nooit naar voren komt. Man of Steel deelt hetzelfde lot.