Doorgaan naar artikel
Recensie: American Hustle
Pim van den Berg
Pim van den Berg
Profiel

Conclusie

American Hustle is grappig, spannend, ontroerend, stijlvol en prachtig geschoten. Het acteerwerk is super en het gelaagde script is intelligent en consequent. De kijker wordt nooit onderschat en telkens beloond. De film laat niets te wensen over.

Twee New Yorkse zwendelaars worden in de jaren ’70 geronseld door een ambitieuze FBI-agent die hen in de val heeft gelokt. In ruil voor hun vrijheid moeten ze hem bijstaan in een klus die steeds verder uit de hand loopt. American Hustle is haast overdreven in zijn humor, typische personages, jaren ’70-stijl en oplichters die elkaar steeds proberen af te troeven, maar het draagt alleen maar bij aan een meeslepende film die geleid wordt door een perfecte cast.

De carrière en het liefdesleven van oplichter Irving Rosenfeld (een volslanke Christian Bale met grote, getinte bril en complex haarstuk) komt in de lift wanneer hij Sydney Prosser (Amy Adams) ontmoet. Rosenfeld leerde van jongs af aan te zwendelen om zich van de armoede te redden. Wanneer het slecht gaat met het glaszettersbedrijf van zijn vader, gooit de jonge Irving ruiten in om werk te creëren. Later raakt hij verwikkeld in de handel van vervalste kunst en het uitgeven van valse leningen aan wanhopige stumperds. Zijn nieuwe vlam Sydney blijkt een talent te hebben voor dit werk en in haar rol als de Engelse edelvrouw Lady Edith Greensly tilt ze hun zwendels naar een hoger niveau. Amy Adams speelt haar rol weergaloos: ze is even onweerstaanbaar en gewiekst als breekbaar – ook haar personage liegt en bedriegt om zichzelf te beschermen. Als ze voor deze rol niet eindelijk haar Oscar wint, eet ik mijn sok op.

Wanneer ze in de tang van FBI-agent Richie DiMaso (een gepermanente Bradley Cooper) terecht komen, worden Irving en Sydney gedwongen hun talent voor oplichterij in te zetten voor een ambitieus project van DiMaso. Wat begint bij een belofte van “vier arrestaties en jullie zijn vrij” ontvouwt zich al snel tot Arab Scam, een op echte gebeurtenissen gebaseerde valstrik van de FBI, waarbij met de potentiële investering van een verzonnen oliesjeik de corruptie van een aantal politici blootgelegd moet worden. Naarmate de zaak escaleert, krijgt Irving meer twijfels – een goede zwendel moet kleinschalig zijn, zodat deze ongemerkt kan plaatsvinden. Het gaat van kwaad tot erger wanneer hij bevriend raakt met een van de slachtoffers van Abscam, burgemeester Carmine Polito (Jeremy Renner), hij Sydney kwijt lijkt te raken aan de lichtgeraakte DiMaso en zijn onvoorspelbare vrouw Rosalyn (Jennifer Lawrence) de neiging heeft haar mond voorbij te praten bij de verkeerde mensen.

Elk van deze personages is voortreffelijk uitgewerkt en nog sterker geacteerd. De thema’s van de film doordrenken elk aspect, maar nooit storend. Met Irvings haarstukje, Sydney’s krullen of Richie DiMaso’s permanentje liegen zelfs hun kapsels. Ieder heeft zijn eigen verlangens en gaat ver om te krijgen wat hij of zij wil. Het zijn geen slechte mensen, ze doen gewoon wat ze kunnen om te leven. Irving Rosenfeld vertelt zichzelf dat hij alleen steelt van ‘slechte mensen’ en krijgt last van zijn geweten wanneer hij zijn sympathieke vriend Carmine Polito voorliegt, die op zijn beurt geld van duistere hoeken zou aannemen om het vervallen Atlantic City te renoveren en werkgelegenheid in zijn buurt te creëren. Jeremy Renner maakt van Polito een charmante man van het volk. Het is fijn om hem buiten het actiegenre te zien. Een grotere schoft is Bradley Coopers DiMaso die via Irving en Sydney zijn carrière een duw in de rug wil geven. Wanneer hij in zijn uitzinnige plannen gedwarsboomd wordt door zijn verstandigere, maar suffige baas Stoddard Thorsen (een nietsvermoedende Louis C.K., hilarisch gespeeld als een egel die op het verkeerde moment oversteekt), gaat hij deze hardhandig te lijf met een telefoonstel. Jennifer Lawrence oogt iets te jong, maar is gepast ondraaglijk als Irvings echtgenote en huismoeder, die hem manipuleert en chanteert uit angst voor haar eigen eenzaamheid. Ze is net labiel genoeg om bang voor te zijn, wanneer ze regelmatig per ongeluk kleine brandjes in het huis veroorzaakt en net genoeg van Irvings zaakjes weet om hem bij de ballen te hebben.

De enige reden dat de acteurs zoveel leven in hun personages kunnen gieten, is door de uitgebreide aandacht die ze zowel in het script, als in beeld van regisseur David O. Russell krijgen. American Hustle heeft plot, maar draait uiteindelijk volledig om de wanhopige mensen die er in verwikkeld raken. Zowel de personages als de sfeer zijn dik aangezet, maar nooit ongeloofwaardig en altijd leuk. Russell filmt dit dynamisch, vlot en spontaan, met ruime gelegenheid voor de acteurs om zich uit te leven. De indringende soundtrack doet denken aan Martin Scorsese. Vergeleken met The Wolf of Wall Street, dat tevens over oplichterij in New York gaat, is American Hustle een korte zit, maar heeft meer humor en karakter dan Scorcese’s film.