Doorgaan naar artikel
Captain America: The Winter Soldier
Pim van den Berg
Pim van den Berg
Profiel

Conclusie

Dat maakt Captain America: The Winter Soldier tweezijdig: de personages zijn leuk en vooral de eerste helft is sterk. De moraal dat de NSA en grootschalige privacyschending slecht en on-Amerikaans is, kan niet vaak genoeg herhaald worden. Anderzijds is de tweede helft het spoor bijster en ben ik zelf een beetje special effects-moe. Toch is de Captain nog steeds de leukste. Blijf vooral zitten voor de twee (!) extra scènes na de aftiteling.

Captain America: The Winter Soldier is de nieuwste Avengers-film en een aanloop naar Avengers: Age of Ultron in 2015. In dit vermakelijke deel neemt de Captain het op tegen de mysterieuze Winter Soldier en verraders in zijn eigen kamp. Alleen, de vraagt blijft: hoe lang duurt het nog voordat de wereld moe is van mondiale dreigingen en allesverwoestende superschurken?

De Cap is al mijn favoriete Avenger sinds zijn eerste reboot uit 2011, The First Avenger. In tegenstelling tot de eindeloze technologische mogelijkheden van Tony Starks Iron Man, of de goddelijke macht van Thor, is Captain America (Chris Evans) verdacht nuchter, bescheiden en menselijk. Hij is zelfs als saai te bestempelen, in een wereld vol digitale explosies van tientallen miljoenen dollars. Toch is zijn alledaagsheid makkelijker om mee te identificeren dan Thors verbazing tegenover het fenomeen koffie. Zijn strategische en tactische inzicht maken hem terecht co-leider van zijn superheldenclubje. En dankzij het ontbreken van een echte superkracht in Captain America blijven de films waarin hij voor komt eerder met beide benen op de grond staan. Bovendien is Evans gewoon een leuke man om naar te kijken.

In het eerste deel ging de Captain nog op de vuist met kleurrijke sci-fi-nazi’s van de schaduwachtige Hydra-organisatie. Het past bij zijn personage: Captain America is een rechtschapen vent die staat voor de Amerikaanse droom. Nazi’s zijn daar de duidelijke tegenpool van. Al bevindt de Cap zich sinds het eind van de vorige film in het heden, er is tussen onze eigentijdse problemen nog steeds plaats voor hem. Zoals Robocop dat ook deed, neemt Captain America: The Winter Soldier het op zich om flinke kritiek te leveren op de surveillancestaat. S.H.I.E.L.D. gaat met grootschalige dataverzameling en preventieve misdaadbestrijding over de schreef en de Cap vindt het maar niks: dat zijn niet de idealen van vrijheid en vertrouwen in de mens waarmee zijn land is opgericht. Het is dan ook gepast dat hij het nu moet opnemen tegen zijn eigen werkgever, Robert Redford als Alexander Pierce. Hierin wordt hij bijgestaan door zijn baas Nick Fury (een grote rol van Samuel L. Jackson), Black Widow (Scarlett Johansson) en nieuwkomer Falcon (Anthony Mackie), een oorlogsveteraan met een vleugelpak. De grootste tegenstander is ditmaal de mysterieuze oud-Sovjet/huurmoordenaar The Winter Soldier (Sebastian Stan, wiens naam alleen al zijn identiteit verklapt). Een hoop geweld later ontvouwt zich een bijzonder complex plot van misleiding en verraad.

De Captain heeft een kleurrijk en divers gezelschap om zich heen verzameld, maar het helpt dat hij zelf ook aan zijn punchlines heeft gewerkt. Alsof hij heeft afgekeken bij Robert Downey Jr.’s Iron Man, is hij rapper van tong en iets minder star dan voorheen. De grapjes over de generatiekloof die hij meemaakt doordat hij decennia onder het ijs heeft gezeten, doen het altijd goed (hij houdt in een klein notitieblokje een lijstje bij met dingen die hij de afgelopen 70 jaar gemist heeft en hij heeft net het internet ontdekt – zo schattig). Mooi is dat de personages de ruimte krijgen om zich te ontwikkelen. Er is veel tijd voor Nick Fury vrijgemaakt en meer Sam Jackson is meestal beter.

Anthony en Joe Russo doen het de eerste helft van de film rustig aan. Scènes krijgen de ruimte om te ademen. De actie wordt overzichtelijk geschoten en de timing van de grappen zitten goed. De choreografie van de gevechten komt zo beter tot zijn recht en dat geeft weer karakter aan personages, zelfs als ze dan niet praten. Vooral sterk is de aanloop naar een knokpartij in een piepkleine, tjokvolle lift. Helaas wordt de film steeds logger en intenser wanneer het conflict uit de hand loopt en de film zijn einde nadert. De camera gaat meer trillen, de humor moet wijken en het plot raakt de weg kwijt.