Doorgaan naar artikel
Dragons: Race to the Edge
Jeffrey van Beurden
Jeffrey van Beurden
Profiel

Conclusie

Dragons: Race to the Edge is, hoewel niet van dezelfde kwaliteit als de films, een prettige toevoeging aan het universum van How to Train Your Dagon. De nieuwe drakensoorten zijn origineel en de komische noot die de films zo leuk maakt is goed overgenomen in de serie. Het verhaal geeft ruimte voor nog veel meer avonturen van Hiccup en Toothless, die er ongetwijfeld ook zullen komen.

De samenwerking tussen Dreamworks en Netflix blijkt een goede zet te zijn geweest voor beide partijen. Eerder verschenen al de series All Hail King Julien en The Adventures of Puss in Boots op Netflix: twee spin-offs van respectievelijk Madagascar en Shrek. Een tijdje geleden zagen we al de trailer van een derde serie die zich bij dit rijtje mag aansluiten. De serie Dragons: Race to the Edge gaat over de avonturen van Hiccup en zijn draak Toothless, bekend van de How to Train Your Dragonfilms. Kan de serie de kwaliteit en het niveau van de films evenaren of misschien zelfs overtreffen?

dragons4

Tussen de twee How to Train Your Dragon-films zit een gat van vijf jaar en het verhaal van Dragons: Race to the Edge vult dit gat deels op. Hiccup (Jay Baruchel) weet niet goed wat hij in de toekomst wil gaan doen en besluit om met zijn draak Toothless en vijf beste vrienden het gebied buiten hun vertrouwde stad Berk te verkennen. Tijdens deze verkenningstocht komen ze in aanraking met een mysterieus voorwerp, beter bekend als de “Dragon Eye”. Als er licht door dit voorwerp schijnt projecteert het allerlei informatie over onbekende werelden op de muur. De vrienden besluiten om deze nieuwe werelden te verkennen, in de hoop om nieuwe drakensoorten tegen te komen en hiervan te leren. Omdat het te ver weg is om telkens heen en weer te reizen besluiten ze een kamp te maken op een eiland, dat later door hen wordt omgedoopt tot “The Edge”. Hierin worden alle nieuwe draken opgevangen, getraind en verzorgd. In de afleveringen die hierop volgen beleven Hiccup en zijn vrienden allerlei spannende avonturen en komen ze in aanraking met draken die hun stoutste dromen overtreffen.

Waar Dragons: Race to the Edge in geslaagd is, is dat het universum dat we tot nu toe kenden van de How to Train Your Dragon-films flink uitgebreid wordt: de verschillende drakensoorten zijn divers en hebben allemaal hun charmes. Fans van de films, wat voornamelijk kinderen zijn, zullen naast de bekende draken van de vijf vrienden hun ogen uitkijken naar deze nieuwe draken. De combinatie tussen actie en humor die de films zo goed maakt wordt probleemloos overgenomen en werkt nog steeds. Met name de naïviteit van Hiccups vrienden werkt regelmatig op de lachspieren. Na de eerste vier afleveringen is het verhaal grotendeels neergezet en kan de rest van de (in totaal 13) afleveringen worden gezien als losse avonturen, die ieder zo’n 20 minuten duren: een prettige tijdsduur voor een animatieserie.

dragons-race-to-the-edge-toothless-hiccup

Toch zie je een duidelijk kwaliteitsverschil tussen de serie en de twee films. Niet alleen omdat er slechts twee oorspronkelijke acteurs (Jay Baruchel als Hiccup en America Ferrera als Astrid) over zijn gebleven, die zowel in de film als in de serie hun personages inspreken. Ook de kwaliteit van de animaties is minder in de serie dan in de film. Aan de ene kant is dit wel logisch, gezien het feit dat er dertien afleveringen gemaakt moeten worden en je niet hetzelfde budget kan hebben voor één aflevering als voor een film. Toch stoort het soms en is het verschil ook wel te zien: de personages bewegen net iets minder mooi en de emoties in de gezichten van onze vrienden zijn net iets minder goed uitgewerkt. Maar de doelgroep van de serie (lees: kinderen) zullen zich hier niet snel aan storen. Die kijken naar de dingen die de serie wel goed doet: het vertellen van een leuk, soms spannend verhaal over het ontdekken van nieuwe werelden en onbekende draken.