Doorgaan naar artikel
Decay of Logos
Stefan Manenschijn
Stefan Manenschijn
Profiel

Conclusie

Decay of Logos doet sterk denken aan een kruising tussen Breath of the Wild en Dark Souls, maar maakt in onze ogen een cruciale fout bij het oneerlijk aanvoelende sterfsysteem.

Toen we de eerste beelden zagen van Decay of Logos, waren we meteen geïnteresseerd. Het deed erg denken aan de laatste Legend of Zelda-editie: Breath of the Wild, die natuurlijk alleen op de Switch te spelen is. Inmiddels is Decay of Logos te verkrijgen en kunnen we kijken of het geworden is waarop we hadden gehoopt.

Aan het begin van de game zien we hoe de protagonist Ada haar dorp in een allesvernietigende brand aantreft. Het dorp is geplunderd en haar familie heeft het geweld niet overleefd. Wonderwel treft ze bij haar woonplaats een Elk aan (een soort hert) en ze besluiten om samen, vol wraakgevoelens, op zoek te gaan naar de verantwoordelijken.

De wereld waarin Decay of Logos zich afspeelt, is simpelweg heel fraai. Of het nu de landschappen zijn, de kastelen of de grotten, alles ademt bijzonder veel sfeer uit. Hoewel alles niet bijzonder veel detail kent en we her en der wel wat mindere textures tegenkomen, is dit vanwege de gekozen stijl nergens storend. Wat wel storend is, zijn de regelmatige framedrops die je te verduren krijgt. Deze voelen bovendien erg onnodig, want we kunnen ons niet voorstellen dat de game het uiterste vergt van onze PlayStation 4 Pro.

Decay of Logos

Decay of Logos laat zich het best omschrijven als een kruising tussen Breath of the Wild en een Dark Souls-game. Het verkennen van de wereld herkennen we uit Zelda en op het moment dat er gevochten moet worden, trekt het spel zijn Souls-jasje aan. Je wisselt zware en lichte aanvallen af en probeert daarbij de klappen van je tegenstander te ontwijken. Klinkt simpel, maar dat is het zeker niet. De slagen van je tegenstanders richten behoorlijk wat schade aan en ondertussen gaat je energiemeter bij elke klap die jezelf uitdeelt omlaag, waardoor je dus niet ongelimiteerd kunt slaan. Daardoor worden de gevechten een tactisch steekspel, waarbij je de balans tussen slaan en ontwijken continu in de gaten moet houden.

In het vechtsysteem zit echter een cruciale fout. Telkens wanneer je sterft, begin je weer op het laatste checkpoint, waarbij je daarnaast een stukje inlevert op je vaardigheden. Het probleem is echter dat je regelmatig wel weer een stuk opnieuw moet doen en daarbij wederom dezelfde tegenstanders tegenkomt. Je zult dus steeds hetzelfde stuk doen, maar telkens een stukje zwakker zijn, waardoor het steeds moeilijker wordt om dit stuk te halen. De enige oplossing is om een nachtje te slapen en te herstellen, maar helaas zit niet bij elke checkpoint een slaapplek. Dit kan tot de nodige frustratie leiden.

Voor wie zich hier overheen weet te zetten, dient zich een volgend probleem aan. Decay of Logos laat je namelijk behoorlijk gissen naar waar je heen moet. Of je dit kunt waarderen, ligt natuurlijk helemaal aan het type gamer dat je bent, maar wij vonden het op een gegeven moment wel vervelend worden.

Doorbijters kunnen zich zeker wel vermaken met Decay of Logos. De game is bijzonder pittig en houdt je zeker niet aan het handje. In het geval van het verkennen, kunnen we hier nog mee leven, maar de rare keuze voor het steeds minder sterk worden van je personage na een sterfbeurt, kunnen we minder waarderen. Het maakt het spel uiteindelijk lang niet voor iedereen geschikt.

Wij speelden Decay of Logos op de PlayStation 4. De game is ook beschikbaar voor Xbox One, Nintendo Switch en pc.