Doorgaan naar artikel
Descenders
Erwin Voorn
Erwin Voorn
Eindredacteur
Profiel

Conclusie

De roguelike-elementen geven een leuke draai aan Descenders, maar doordat er gewoon te weinig te doen is en je niet echt beloond wordt, is er weinig reden om telkens weer een nieuwe sessie op te starten.

Vorig jaar kwam Descenders uit voor Xbox One en pc en nu kunnen ook PlayStation 4-bezitters aan de slag met deze downhill-mountainbikegame van de Nederlandse ontwikkelaar RageSquid. In deze review lees je onze bevindingen.

In de basis is Descenders dus een downhill-mountainbikegame. Je fietst van een beginpunt naar een eindpunt, terwijl je door verschillende omgevingen zoals bossen en hoogvlaktes racet. Bochten en jumps wisselen elkaar in rap tempo af. Om het allemaal iets interessanter te maken, bevat de game enkele roguelike-elementen. Zo worden de levels procedureel gegenereerd waardoor je steeds weer een ander parcours aangeboden krijgt. Diverse parameters zorgen ervoor dat je de ene keer meer bochten tegenkomt en in een ander level vooral veel jumps zal kunnen maken. Het zorgt er in ieder geval voor dat er lekker veel variatie is en je minder snel raakt uitgekeken.

Uiteindelijk draait het in Descenders om twee dingen: zoveel mogelijk reputatie vergaren en een eindsprong voltooien om naar een volgend gebied te gaan. Elke sessie begin je met vier levens, val je van je fiets dan verlies je een leven. Zijn ze allemaal op, dan is de sessie voorbij en kan je weer aan een nieuwe sessie beginnen. Je bepaalt zelf welke levels je wilt spelen. Ga je voor wat meer zekerheid op een vrij eenvoudig parcours of kies je een hele uitdagende uit. Verder zijn er nog speciale levels, zoals bijvoorbeeld de mogelijkheid om in first-person een parcours te voltooien of op een bouwplaats de top te bereiken. Uiteindelijk kom je bij een level terecht die een zogenaamde ‘eindsprong’ bevat. Door deze te voltooien, ga je naar een nieuw gebied. Elk level bevat ook een bonusdoel en door die te halen, krijg je er weer een extra leven erbij.

Het fietsen an sich is niet zo heel moeilijk. Doe je geen gekke dingen dan haal je de finish in veel levels zonder al te veel problemen. De uitdaging zit hem vooral in het doen van trucjes tijdens de jumps. Deze zijn namelijk best lastig om goed uit te voeren zonder dat je plat op je gezicht valt. Daar staat dan wel tegenover dat je er extra reputatie voor krijgt.

Het grote probleem van Descenders is dat er uiteindelijk gewoon veel te weinig te doen is en je ook niet echt beloond wordt. Het vergaren van reputatie is leuk en aardig, maar je hebt er bar weinig aan. Het wordt gebruikt voor een klassement en om een nieuwe set van vier omgevingen te ontgrendelen. Het doen van trucjes tijdens de sprongen heeft dus eigenlijk ook weinig nut, behalve dat je jezelf een beetje kunt uitdagen. Verder krijg je af en toe wat cosmetische items in de vorm van nieuwe fietsen, helmen, shirtjes en dergelijke, maar ook dit heeft verder weinig om het lijf. Er is uiteindelijk gewoon weinig reden om telkens maar weer een nieuwe sessie op te starten.

Descenders is geen slechte game, maar het heeft gewoon te weinig om het lijf om lang van te genieten. Het vergaren van reputatie leidt nergens naar toe, waardoor het eigenlijk ook geen zin heeft om trucjes te doen bij de jumps. De cosmetische items zijn leuk, maar voegen niets toe. De roguelike-elementen geven een leuke draai aan het spel, maar al snel vergaat het plezier om telkens maar weer een nieuwe sessie op te starten.

Voor deze review is Descenders gespeeld op PlayStation 4. De game is daarnaast verkrijgbaar voor Xbox One en pc. Een Nintendo Switch-versie moet later dit jaar gaan verschijnen.