Doorgaan naar artikel
Outriders
Rutger Engel
Rutger Engel
Hoofdredacteur
Profiel

Conclusie

Outriders is qua gameplay absoluut de beste binnen het genre. Het verhaal en de technische problemen zorgen ervoor dat het helaas geen meesterwerk is.

Outriders is zo’n titel die iedereen al snel als dertien in een dozijn bestempeld zal hebben. We zullen er niet om liegen: dit was ook onze eerste gedachte bij het spel. Natuurlijk hebben we het uitgebreid de kans gegeven en het spel op meerdere personages uitgespeeld om je er alles over te vertellen.

Outriders speelt zich af op de planeet Enoch. Nadat de aarde haar laatste adem heeft uitgeblazen, heeft een relatief klein groepje mensen kunnen ontsnappen naar een andere planeet. Wat blijkt: Enoch had het nieuwe paradijs voor de mensheid moeten worden, maar is een levende hel. De planeet lijkt haast te leven met een soort storm die “The Anomaly” genoemd wordt. De storm verbrandt iedereen die het aanraakt, op een paar mensen na die veranderen in de zogeheten “Altered”, mensen met speciale krachten. Aangezien dit een game is, word jij natuurlijk zo’n Altered en zo begint je avontuur.

Je kan kiezen uit vier verschillende klassen: de Technomancer, de Pyromancer, de Trickster en de Devastator. Allemaal hebben ze verschillende vaardigheden waardoor ze in andere situaties uitblinken. De Trickster is bijzonder gevaarlijk van dichtbij, maar is ook kwetsbaar en kan weinig bijzonders van veraf uitrichten. De Technomancer is weer sterk van veraf en heeft een boel hulpmiddelen om eventuele teamgenoten te helpen, et cetera.

Aangezien Enoch een levende hel is, zijn er oorlogen ontstaan tussen verschillende groepen mensen en jou als Altered willen ze er maar al te graag bij hebben. Zodoende raak je bij van alles en nog wat betrokken terwijl je op avontuur gaat om beetje bij beetje de raadsels van de planeet te onthullen.

De gameplay voelt erg aan als een mix tussen Gears of War en Destiny. Het cover-systeem en zelfs hoe sommige wapens herladen worden, hoe de shotgun schiet, of hoe personages rennen, voelt enorm aan als bij de allereerste Gears of War. Dit bedoelen we overigens niet op een negatieve manier en heel gek is het ook niet: People Can Fly heeft aan meerdere Gears of War-titels meegeholpen. Het feit dat je superkrachten hebt en soms tientallen vijanden tegelijkertijd voor de kiezen krijgt, zorgt ervoor dat het een beetje het tempo van een Destiny heeft. Het tempo, samen met de gunplay (hoe de wapens aanvoelen), is absoluut fantastisch. Het zorgt ervoor dat je maar door wilt blijven spelen, want de kern van de gameplay steekt verdraaid goed in elkaar.

Daarnaast zit het vol met toffe dingen die de actie spectaculair maken. Dan hebben we het niet alleen maar over je vaardigheden, maar ook over hoe de gevechten verlopen. Als er bijvoorbeeld een sluipschutter op je richt, zie je een lazer op je personage. Als je achter dekking schuilt en even een fractie van een seconde eroverheen kijkt en meteen weer gaat schuilen, kan je de sluipschutter uitlokken en laten missen, waarna je weer wat veiliger bent. Of we zullen de eerste keer niet vergeten dat we een kapitein met een vlammenwerper snel afmaakten door de tank achterop zijn rug lek te schieten, waardoor hij opblies. Dit zijn kleine voorbeelden, maar in combinatie met hoe ongelooflijk lekker de wapens aanvoelen en hoe leuk sommige vaardigheden kunnen worden, zorgt het ervoor dat je tientallen uren met hetzelfde personage kan blijven knallen zonder dat het saai wordt.

Het helpt hierbij dat loot (uitrusting die je opraapt) ook interessant is en niet alleen maar in de vorm van een paar statistische upgrades. Uitrustingsstukken komen met ‘mods’ die je vaardigheden aanpassen of met eigen vaardigheden komen om jou sterker te maken. Deze kunnen zoveel impact hebben, dat het mogelijk is dat door een goede nieuwe helm je hele speelstijl verandert. Hierdoor veranderen de sterke en de zwakke punten van je personage continu tijdens je playthrough.

Nog een geweldig sterk punt van de gameplay en misschien wel het beste punt van innovatie, is het World Tier-systeem. Het lijkt een beetje op de Torment-levels van Diablo III, maar werkt toch anders. Je hebt een balkje bovenaan je scherm en elke keer dat je vijanden doodt, wordt dat balkje gevuld. Ga je dood, wordt het balkje weer wat geleegd. Als het balkje vol is, ontgrendel je een nieuwe World Tier. Vijanden worden dan één niveau hoger en ook de uitrusting die ze voor jou achterlaten wordt één niveau beter. Hierdoor is het én heel erg belonend als je het goed doet én zorgt het ervoor dat het spel altijd uitdagend blijft. Maar ga jij op je huidige World Tier al regelmatig dood? Dan zal je ook niet zo snel een nieuwe vrijspelen en hoef je je dus geen zorgen te maken of het te lastig wordt. Dit systeem is overigens ook volledig vrijblijvend, dus vind jij het een wat spannend idee, dan kan je gewoon een lekker makkelijke moeilijkheidsgraad kiezen zonder je je ergens zorgen over te maken. Deze dynamische moeilijkheidsgraad zorgt voor een geweldige ervaring waardoor je, als je dat wilt, van begin tot eind op het puntje van je stoel zit bij elk gevecht.

En dat is maar goed ook, want qua hoe het spel in elkaar steekt is het wel van begin tot einde hetzelfde. Zodra je een nieuw gebied binnenloopt en een paar toevallig opgestelde hekken en dozen zien die je dekking kunnen bieden (alsof het een paintball-veld is), weet je meteen al wat je te wachten staat: een boel vijanden duiken op en je gaat het gevecht aan. De enige echte afwisseling qua wat je tegenkomt, is het feit dat je de ene keer tegen menselijke vijanden zal vechten en de andere keer tegen monsters. Maar binnen die groeperingen, is het continu hetzelfde. Er zijn zo’n vijf verschillende monsters die je het hele spel tegenkomt en zo’n vijf verschillende menselijke soldaten. Zelfs wanneer je tegen een hele nieuwe factie strijdt, zie je meteen alweer dat ze precies dezelfde soldaten hebben als je al hebt gezien.

Voor de gameplay maakt het uiteindelijk niet te veel uit, maar het zorgt ervoor dat je niet al te veel ‘wow-momenten’ hebt tijdens het spelen, terwijl de game zich daar wel voor leent. Als die wow-momenten er wel zijn, is het vooral door fraaie omgevingen. Van half-kapotte steden tot bossen en oases binnen woestijnen: de omgevingen zijn bloedmooi.

Dat geldt helaas ook voor het verhaal. Het is zo’n typisch voorbeeld van een vrij slap verhaal dat tijdens het spelen leuk is en je nieuwsgierig houdt. Het probleem is echter, dat het je de hele tijd doet geloven dat je op het punt staat een boel spannende dingen te ontdekken. Het einde komt daardoor heel onverwacht en is vrij teleurstellend. Het is afgeraffeld, alsof de mensen van People Can Fly geen missies meer hadden om te gebruiken voor verhaalvertelling en maar geschreven hebben ‘en zo zit het’.

Het is jammer om technische problemen te moeten benoemen als je het hebt over een spel waar je van bent gaan houden, maar ze komen zoveel voor bij Outriders, dat we het niet kunnen negeren. Bijna elke keer dat je het spel opstart, is er wel iets aan de hand. Als het niet de servers zijn die niet goed werken, is het wel dat kogels van vijanden opeens niet te zien zijn of weer iets anders. Het is jammer en gooit wat roet in het eten, maar voor ons heeft het de uiteindelijke ervaring van de game niet mogen verpesten. We kunnen het echter ook niemand kwalijk nemen als ze hierdoor in de eerste dagen hebben opgegeven.

Outriders is een zeer toffe thirdperson-shooter en misschien wel de beste in het genre. Er zitten geen baanbrekende elementen in, maar alles van de gameplay, tot de loot en de opbouw van de missies, is veel beter dan alle voorgangers ooit hebben gedaan. Minpunten zijn het slap afgeronde verhaal en de technische problemen.

Outriders is voor deze review gespeeld op pc. De game is beschikbaar op PlayStation 5 en 4, Xbox Series X|S en Xbox One, pc en Google Stadia.