Doorgaan naar artikel
Column: Peter Jacksons Hobbitpiemeltje is langer dan jouwe
Aloys van Outersterp
Aloys van Outersterp
Voormalig hoofdredacteur
Profiel

Het is de oudste fout van de wereld; meer betekent niet altijd beter. Zo ook niet in de filmindustrie. Inmiddels is de The Hobbit: The Battle of the Five Armies te zien in de bioscopen en daarmee zit de verfilming van het 310-pagina-tellende kinderboekje inmiddels op een speelduur van 7 uur en 54 minuten. Een goed moment om eens te kijken hoe de films van regisseur Peter Jackson passen binnen een vervelende trend: steeds langer wordende films.

Het is een idee waar al decennialang mee is geëxperimenteerd, van filmklassiekers als Gone With The Wind, Apocalypse Now en JFK tot aan Andy Warhols filmexperimenten als Sleep en Empire die bestaan uit enkele shots van respectievelijk vijf en acht uur. Toch worden films de laatste jaren steeds langer. Een fenomeen wat opzich geen probleem zou hoeven te zijn maar de kwaliteit van de films zelf groeit niet mee. Er zijn natuurlijk ook talloze voorbeelden van films die gewoon wel de speelduur rechtvaardigen, dit jaar nog waren Gone Girl en Boyhood langer dan twee en een half uur en toch geen minuut te lang. Ter vergelijking: het Gone Girl-boek telt 432 pagina’s en liet zich met minimale aanpassingen vertalen naar een uitmuntende film van 149 minuten.

De lengte van de film lijkt deze een bepaalde artistieke waarde toe te kennen, maar niets is minder waar. Een lange speelduur zou een middel kunnen zijn, maar moet nooit als einddoel fungeren. Toch lijkt het er sterk op dat filmmakers elkaar steeds weer proberen te overtreffen door de ene na de andere onnodig lange film te maken. Nou zullen ze niet bewust hun speelduur gaan zitten vergelijken met de concurrenten, maar er is eerder sprake van zelfoverschatting. Het lijkt een typisch verschijnsel voor het digitale tijdperk waarin wij leven. Zo zijn er talloze mensen die het ‘leuk’ vinden wanneer zij op social media een slechte foto van een nog slechtere maaltijd tegenkomen; het draagt bij aan het idee dat elke vorm van beeldproductie, ongeacht de inhoud, gewenst is. Er bestaat namelijk geen vaste maatstaf om te bepalen wanneer een film te lang is, een film is te lang wanneer de inhoud niet sterk en onderhoudend genoeg is voor zijn speelduur. Zo kunnen we bijna altijd zeggen dat een goede film te kort en een slechte film te lang is. Dit betekent dat ook een film van minder dan twee uur nog te lang kan zijn.

Veel van de moderne blockbusters maken dan ook maar al te graag gebruik van MacGuffins. Een makkelijke manier om het verhaal eindeloos te kunnen rekken. Vooral Marvel is hier dol op. Voorbeelden zijn de orb uit Guardians of the Galaxy en de tesseract uit The Avengers. In totaal zijn er zes van deze Infinity Stones, eindbaas Thanos zal ze de komende jaren allemaal verzamelen om de titelhelden in The Avengers: Infinity Wars Part I (2018) en The Avengers: Infinity Wars Part II (2019) te bestrijden. We kunnen er dus vanuit gaan dat er de komende vijf jaar nog een aantal van deze tijdrekkende plotelementen zullen opduiken. Sowieso is Marvel niet vies van een lekkere lange speelduur. Zo kost het The Avengers bijna tweeënhalf uur om een verhaal te vertellen met personages die allemaal al in eerdere films waren geïntroduceerd.

Deze films vullen deze tijd vaak met een hoop digitaal spektakel. Van geanimeerde kabouterbaarden tot grote veldslagen, in The Hobbit-trilogie is de CGI te vaak storend. Hoewel de computereffecten van The Lord of The Rings zeker niet beter waren, waren deze veel minder storend aanwezig. Het laatste deel, The Battle of the Five Armies, vult zelfs de laatste 90 minuten met een gevecht waar geen einde aan lijkt te komen. Dit alles omdat het dunne boekje zo nodig drie films moest opleveren. Peter Jackson lijkt gewoon alleen maar lange films te willen maken, zo duurde zijn King Kong-remake uit 2005 maar liefst 87 minuten langer dan het orgineel uit 1933, zonder iets aan het verhaal toe te voegen. Een andere film van dit jaar maakte het echter wel erg bont. Transformers: Age of Extinction vulde een aanzienlijk deel van de speelduur van twee uur en drie kwartier met gevechten tussen pixels en pixels die op andere pixels rijden. De film werd dan ook terecht volledig afgebrand in de media.

Een veel gehoord tegenargument is dat mensen tegenwoordig vaak een heel seizoen van een serie achter elkaar bekijken en een lange speelduur dus wel degelijk gewenst is en iets toevoegt. Echter heeft een serie nooit een spanningsboog van een heel seizoen, het breekt alles op in hapklare brokken. Ook gaan series vaak zorgvuldiger om met zowel de beschikbare tijd als het budget. Daarom komt er niet snel een oersaaie actiescène van een half uur, waarvan je al weet dat de hoofdpersoon het gaat overleven, voorbij. Hoewel Peter Jackson dus zeker niet de enige is die zich hieraan schuldig maakt is het bij zijn Hobbit-trilogie extra jammer, de films hadden het verdiend minstens zo goed te zijn als The Lord of the Rings.