review
Dirt 5

Als je bent opgegroeid in de tijd van de originele PlayStation, dan heb je hoogstwaarschijnlijk ook het begin meegemaakt van de Dirt-franchise; het begon namelijk allemaal met Colin McRae Rally. De serie kreeg pas in 2007 de naam Dirt, maar raakte deze daarna niet meer kwijt. Deze week verschijnt Dirt 5 en wij mochten al met deze racegame aan de slag. Hoe wij over deze titel denken, kun je hieronder lezen.

Het valt direct op dat Dirt 5 zich volledig richt op racen in de modder, niet zo gek natuurlijk gezien de naam. In Dirt 4 had de franchise nog moeite om afscheid te nemen van het echt rally-rijden, maar in dit deel is daar maar weinig van terug te vinden. De echte rally-onderdelen zijn namelijk verdwenen, ook al doen de namen van de race-onderdelen anders vermoeden. In zowel de carrière- als arcade-modus neem je deel aan verschillende soorten races, zo heb je Landrush, Rally Raid, Sprint, Ultra Cross, Stampede, Path Finder en Ice Breaker. Dat lijkt een enorme diversiteit aan soorten, maar dat valt eigenlijk wel tegen. De eerste vijf zijn namelijk praktisch hetzelfde en komen gewoon neer op met z’n allen racen in de modder of sneeuw. Path finder heeft nog het meeste weg van de game Overpass en daar is het dus de bedoeling om een weg te vinden naar boven en dat gaat niet altijd zonder problemen. Ice Breaker is uiteindelijk ook gewoon een aantal rondjes rijden tegen 11 tegenstanders, maar dan op ijs.

Dat er niet zoveel verschillende soorten races zijn, is nog niet eens zo heel erg. Het grote probleem is dat de meeste banen meerdere keren voorbijkomen, al dan niet in een iets andere vorm. Het lijkt erop dat de ontwikkelaar veel te weinig tijd heeft gehad voor de ontwikkeling van deze game en het eigenlijk niet echt durft toe te geven. In de carrièremodus kun je min of meer je eigen pad bewandelen richting het einde. Na het voltooien van een race, kun je namelijk weer twee verschillende aftakkingen kiezen. Dit zorgt er uiteindelijk voor dat je zelfs na het voltooien van de carrièremodus nog terug kunt gaan om een ander pad te bewandelen en meer stickers te verdienen, in totaal zijn er bijna 400. Deze stickers heb je nodig om nieuwe races vrij te spelen, maar na de 121ste is alles beschikbaar. Tijdens elke race kun je er drie verdienen door de race te voltooien, te winnen en alle uitdagingen af te vinken. De uitdagingen zijn over het algemeen niet heel erg moeilijk, bijvoorbeeld twee tegenstanders inhalen in een drift, en je hebt ze vaak al binnen zonder dat je er echt moeite voor hebt gedaan. Het is er allemaal ingestopt om het gebrek aan content te maskeren, want na een paar uur heb je de laatste race van de carrièremodus bereikt en is er geen enkele reden om terug te keren. Je wint namelijk alleen maar meer geld en visuele upgrades voor je auto’s.

Nu lijkt het alsof we alleen maar negatief zijn over Dirt 5, maar eigenlijk zijn wij gewoon enorm teleurgesteld. De kleine hoeveelheid content is namelijk wel van hoge kwaliteit. Het racen voelt enorm lekker en de banen zien er stuk voor stuk erg mooi uit. Codemasters heeft ook veel tijd besteed aan het toevoegen van verschillende weertypen. Zo kan het tijdens een race enorm gaan regenen en ook de baan verandert dan in een enorme modderpoel. De ontwikkelaar wil overigens wel heel erg graag en snel laten zien wat ze allemaal in petto hebben wat het weer betreft. Het kwam bij ons voor dat een race van drie rondes begon met zonneschijn, er een gigantische regenbui viel en tegen het einde van de race was het alweer donker. Misschien is het tegenwoordig mogelijk door de klimaatverandering, maar het kwam op ons een beetje vreemd over.

Naast de standaard-modi heeft Codemasters ook veel aandacht besteed aan Playground, een mogelijkheid om je eigen arena te bouwen. Je kunt dus niet een complete track bouwen, maar door de diverse onderdelen kun je wel lekker losgaan. Zo kun je zelfs loopings toevoegen en ook springschansen plaatsen om het lekker spectaculair te maken. De modus zit goed in elkaar, je hoeft namelijk geen genie te zijn om het te doen, maar het zal vooral mensen aanspreken die het echt leuk vinden om iets te bouwen. Het kost namelijk wel enorm veel tijd en je moet er ook wel een beetje talent voor hebben. Voor de meeste gamers zal dit dan ook niet de manier zijn om deze game te blijven spelen.

Het racen in Dirt 5 voelt heel lekker aan en ook zitten de verschillende banen goed in elkaar. Het is dan ook enorm teleurstellend dat de game zo weinig content heeft om je echt voor lange tijd te vermaken. De carrièremodus is al binnen een aantal uur uit te spelen en het heeft niet heel veel zin om de overgeslagen races te voltooien, omdat je er uiteindelijk alleen maar meer geld en visuele upgrades mee kan verdienen. Ook de nieuwe Playground-modus, hoewel deze goed in elkaar steekt, gaat er niet voor zorgen dat je nog enorm veel tijd in de game gaat steken, of je moet het geduld en talent hebben om je eigen arena’s te maken. Dirt 5 is geen slechte game, maar het had de potentie om een van de beste racegames van het moment te worden. Helaas is het dat niet.